ECLI:NL:RBDHA:2024:18479

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
09/757489-12
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar in een strafzaak

Op 12 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, die momenteel verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, ingediend op 11 september 2024, om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, behandeld tijdens een zitting op 29 oktober 2024. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De kliniek adviseert tot verlenging van de terbeschikkingstelling, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor verdere behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stoornissen van de terbeschikkinggestelde nog steeds aanwezig zijn en dat de kans op herhaling groot is bij onmiddellijke beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eist en komt tot de conclusie dat de terbeschikkingstelling met twee jaar dient te worden verlengd. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechters G. Kuijper, S.M. van der Schenk en D.L.S. Ceulen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Parketnummer: 09/757489-12

Beslissing van 12 november 2024

Beslissing van de rechtbank Den Haag, rechtdoende in strafzaken, op de vordering van de officier van justitie van 11 september 2024 om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in de zaak van:

[de terbeschikkinggestelde] (hierna: de terbeschikkinggestelde),

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [kliniek 1] te [plaatsnaam] (hierna: de kliniek),
die bij vonnis van deze rechtbank van 20 maart 2013 ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna ook: dwangverpleging). Deze maatregel is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 22 november 2022 met twee jaar verlengd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken die zijn vermeld in de
bijlage.

De procedure

De rechtbank heeft de vordering op 29 oktober 2024 ter terechtzitting behandeld.
De terbeschikkinggestelde en de deskundige E.A. Solodova, klinisch psycholoog, zijn per videoconferentie – waarbij sprake is van een directe beeld- en geluidsverbinding met de rechtbank – ter zitting gehoord.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. M. de Reus, en de officier van justitie,
mr. A.F. Baas, zijn ter zitting verschenen en gehoord.

Het advies van de kliniek

De kliniek adviseert tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Uit het rapport blijkt dat de terbeschikkinggestelde is gediagnostiseerd met een autismespectrumstoornis, een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en afhankelijke trekken, een aandachtsdeficiëntiestoornis en stoornissen in middelengebruik (diverse middelen, momenteel in langdurige remissie).
De terbeschikkinggestelde is op 7 februari 2023 overgeplaatst naar de [kliniek 1] voor een tweede behandelpoging. Het behandelplafond was bij de vorige kliniek
– [kliniek 2] – bereikt, terwijl het recidiverisico onvoldoende was verminderd. In de nieuwe kliniek wordt gezien dat de terbeschikkinggestelde makkelijk contact maakt met zowel medepatiënten als personeel en dat hij zich terugtrekt wanneer hij daar behoefte aan heeft. Volgens de kliniek heeft de terbeschikkinggestelde nog moeite met het herkennen en uiten van emoties en het formuleren van een concrete hulpvraag. Verder ontvangt de terbeschikkinggestelde psycho-educatie over autismespectrumstoornissen en oefent hij met mogelijke toekomstige situaties. De delictanalyse is recent door de kliniek afgerond en gaf aanleiding om de behandeling verder te verdiepen. Dit zal in de komende periode worden geïmplementeerd. De terbeschikkinggestelde staat aan het begin van de delictgerelateerde behandeling, waardoor de effecten van de interventies nog op zich laten wachten. De koers en prognose zijn vooralsnog niet duidelijk en zijn afhankelijk van de vooruitgang van de terbeschikkinggestelde. Bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling is de kans op herhaling groot.
De deskundige E.A. Solodova heeft ter zitting gepersisteerd bij het advies van de kliniek en in aanvulling daarop naar voren gebracht dat de kliniek heeft gemeend dat er niets uit de eerste delictanalyse kon worden overgenomen.

Het advies van de psychiater

De psychiater, T.W.D.P. van Os, komt grotendeels tot dezelfde diagnoses als de kliniek. De psychiater spreekt echter niet van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en een aandachtsdeficiëntiestoornis. De terbeschikkinggestelde staat aan het begin van een nieuwe behandelpoging en heeft recent meer openheid gegeven, waardoor ook een seksuele component van het indexdelict aan de orde is gekomen. De diagnostiek en behandeling zal volgens de psychiater ook hierop gericht moeten worden. De psychiater schat het recidiverisico in geval van beëindiging van de maatregel of het toezicht in als hoog. Voor de behandeling en verdere toetsing van de vrijheden zal volgens de psychiater zeker langer dan een jaar nodig zijn.

Het advies van de psycholoog

De psycholoog. A.J. de Groot, komt tot dezelfde diagnoses als de kliniek. De psycholoog schat het recidiverisico in als hoog. Gelet op de aanwezige psychopathologie, het hoge recidiverisico op ernstig gewelddadig gedrag en de benodigde tijd om toe te werken naar resocialisatie en het kunnen toetsen hiervan, adviseert de psycholoog de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Vanwege het ‘gevaarlijke stoornisprofiel’ van de terbeschikkinggestelde, is het van belang dat de verdere behandeling in kleine overzichtelijke stappen wordt vormgegeven, waarbij de terbeschikkinggestelde niet te snel te veel vrijheid krijgt.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de schriftelijke vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar. De inschatting is dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde in ieder geval langer zal duren dan een jaar en er is geen aanleiding om aan te nemen dat de kliniek niet voortvarend te werk zal gaan. Daarom zal, conform de hoofdregel uit de jurisprudentie, de maatregel verlengd moeten worden met een periode van twee jaar.

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde

De raadsman heeft namens de terbeschikkinggestelde verzocht om de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. De nieuwe kliniek is opnieuw begonnen en verschillende vrijheden die de terbeschikkinggestelde reeds had verworven, zijn ingetrokken. Bij een verlenging van de maatregel met twee jaar, ligt het gevaar op de loer dat de kliniek de urgentie niet voelt om voortvarend te werk te gaan. De tweede behandelpoging is inmiddels al twintig maanden bezig, terwijl de terbeschikkinggestelde zich inzet en overal zijn medewerking aan verleent.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij niet zo gevaarlijk is als mensen denken, en zegt inmiddels vooruitgang te hebben gemaakt.

Het oordeel van de rechtbank

Indexdelict
De maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege moord, een misdrijf dat
was gericht tegen en gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam
van een persoon.
Stoornis en herhalingsgevaar
Op grond van de adviezen stelt de rechtbank vast dat de stoornissen van de terbeschikkinggestelde nog steeds aanwezig zijn. Daarnaast komt in de adviezen naar voren dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de maatregel groot is.
Verlenging
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist.
Als aannemelijk is dat de behandeling van een terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag neemt dan een jaar, is verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar het uitgangspunt. Uit het advies van de kliniek blijkt dat de tweede delictanalyse recent is afgerond, waarbij er voor het eerst aanwijzingen zijn voor een mogelijke seksuele component bij het indexdelict. Ook wordt uit de rapportages duidelijk dat de terbeschikkinggestelde zich aan het begin van een nieuwe behandeling bevindt op basis van onder meer deze nieuwe inzichten, en dat niet wordt verwacht dat het recidiverisico binnen een jaar tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggebracht. De rechtbank ziet – anders dan de raadsman – geen bijzondere omstandigheden die een verlenging van de maatregel met slechts één jaar rechtvaardigen. Er zijn geen aanwijzingen dat de kliniek niet voortvarend te werk gaat met de behandeling. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de terbeschikkingstelling met twee jaar dient te worden verlengd.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met
twee jaar.
Aldus beslist te Den Haag door:
mr. G. Kuijper, voorzitter,
mr. S.M. van der Schenk, rechter,
mr. D.L.S. Ceulen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.C.S. Ramlal en K.A.M. Boeije, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2024.

Bijlage

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 maart 2013, waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege werd gelast;
  • de beslissing van de rechtbank Den Haag van 22 november 2022, waarbij de terbeschikkingstelling laatstelijk met twee jaar is verlengd;
  • het verlengingsadvies van de kliniek van 26 augustus 2024;
  • de wettelijke aantekeningen tot en met 11 september 2024;
  • de adviezen op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering van
A.J. de Groot, psycholoog, van 25 juli 2024 en T.W.D.P. van Os, psychiater, van
19 juli 2024;
- de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 11 september 2024.