ECLI:NL:RBDHA:2024:18294

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
NL24.35432
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk door ontbreken ingebrekestelling

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan over een beroep dat door eiser is ingediend tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser heeft zijn aanvraag op 13 december 2022 ingediend, en volgens de wet moet de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen. Deze termijn is echter met negen maanden verlengd, maar eiser heeft verzuimd om de minister in gebreke te stellen voordat hij beroep aantekende.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten voor het instellen van beroep, aangezien hij geen ingebrekestelling heeft gedaan. Dit is essentieel, omdat de wet vereist dat een betrokkene het bestuursorgaan schriftelijk op de hoogte stelt dat er binnen twee weken alsnog een beslissing moet komen. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling niet correct is afgehandeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 25 oktober 2024 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.35432
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. L. Sinoo),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2

Is het beroep van eiser ontvankelijk en gegrond?

3. Eiser heeft de aanvraag ingediend op 13 december 2022. Verweerder moet uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen.3 Verweerder heeft deze termijn onder toepassing van de WBV 2022/224 met negen maanden verlengd.5 Eiser heeft verweerder echter niet in gebreke gesteld alvorens het beroep in te stellen. Op de ingebrekestelling in het dossier is te zien dat de fax verweerder niet bereikt heeft. Verweerder kon ook, na navraag, geen ingebrekestelling en ontvangstbevestiging van de
1. Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Dit volgt uit artikel 6:2 en 6:12 van de Awb.
3 Dit staat in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4 Staatscourant van 26 september 2022, nr. 25755.
5 Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw
ingebrekestelling overleggen. Er is niet voldaan aan de eisen voor het instellen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van L.M. Kalkman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 oktober 2024

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.