Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
alsnog een besluit op de asielaanvraag bekend te maken;
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 27 september 2022 asiel aangevraagd. Op 10 januari 2024 heeft eiser de minister van Asiel en Migratie in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 31 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op 29 maart 2024 het beroep gegrond verklaard en een beslistermijn van acht weken opgelegd. Echter, op 3 september 2024 heeft de gemachtigde van eiser opnieuw beroep ingesteld, omdat de minister niet tijdig had beslist.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, en dat een ingebrekestelling vereist is wanneer de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is verstreken. In deze zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister niet binnen de eerder gegeven termijn heeft beslist, waardoor het beroep kennelijk gegrond is.
De rechtbank heeft de minister een nieuwe beslistermijn van twee weken opgelegd, met de waarschuwing dat een dwangsom van € 200 per dag verbeurd wordt als deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50. De uitspraak is gedaan op 7 november 2024 door rechter K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier A.S.J.I. Hendrickx, en is openbaar gemaakt.