Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Alaca, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van de rechtbank op 5 juli 2024, waarin het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond was verklaard. De rechtbank had verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen op de aanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag, tot een maximum van € 7.500,-. Eiser had op 3 september 2024 een opvolgend beroep ingediend, maar op dat moment was de volledige dwangsom nog niet volgelopen. De rechtbank concludeerde dat eiser redelijkerwijs niet in een gunstiger positie kon komen en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Eiser heeft geen procesbelang bij het door hem ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen op de ingediende asielaanvraag. De rechtbank besliste dat verweerder de proceskosten van eiser niet hoefde te vergoeden.