ECLI:NL:RBDHA:2024:18276

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
NL24.34422
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag

Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Alaca, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van de rechtbank op 5 juli 2024, waarin het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond was verklaard. De rechtbank had verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen op de aanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag, tot een maximum van € 7.500,-. Eiser had op 3 september 2024 een opvolgend beroep ingediend, maar op dat moment was de volledige dwangsom nog niet volgelopen. De rechtbank concludeerde dat eiser redelijkerwijs niet in een gunstiger positie kon komen en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Eiser heeft geen procesbelang bij het door hem ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen op de ingediende asielaanvraag. De rechtbank besliste dat verweerder de proceskosten van eiser niet hoefde te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.34422

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De rechtbank beoordeelt ambtshalve of eiser belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank is van oordeel dat eiser geen procesbelang heeft. Hiervoor is het volgende van belang.
2. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft op 5 juli 2024 (NL24.12714) het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond verklaard, verweerder opgedragen binnen acht weken een besluit te nemen op de aanvraag op straffe van een dwangsom van
€ 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-. Dat betekent dat verweerder uiterlijk op 2 september 2024 een beslissing had moeten nemen op eisers aanvraag. Dat betekent ook dat verweerder pas sinds 2 september 2024 een dwangsom verbeurt van € 100,- per dag. Er kan pas een opvolgend beroep worden ingediend als de door de rechtbank opgelegde termijn is verstreken en de hierbij opgelegde rechterlijke dwangsom is volgelopen.
3. Eiser heeft een opvolgend beroep ingediend bij de rechtbank op 3 september 2024. Op dit moment was de volledige dwangsom van € 7.500,- als gevolg van de eerdere uitspraak van de rechtbank nog niet volgelopen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat eiser redelijkerwijs niet in een gunstiger positie kan komen en is het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder niet-ontvankelijk. Indien de volledige dwangsom van € 7.500,- is volgelopen, staat het eiser vrij een nieuw beroep tegen het niet tijdig beslissen in te dienen.
4. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Eiser heeft geen procesbelang bij het door hem ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen op de ingediende asielaanvraag.
5. Verweerder hoeft de proceskosten van eiser niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 7 november 2024 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.