ECLI:NL:RBDHA:2024:1820

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
10649083 CV EXPL 23-2272
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot betaling van een contractuele boete wegens overtreding van een fokbeperking in een koopovereenkomst

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de nakoming van een koopovereenkomst betreffende een Norwich Terriër, genaamd Raven. [eiser] vorderde betaling van een contractuele boete van € 11.250,= wegens overtreding van een fokbeperking die in de koopovereenkomst was opgenomen. De fokbeperking was bedoeld om te voorkomen dat de bloedlijn van de honden van [eiser] werd vermengd met andere bloedlijnen, wat kan leiden tot erfelijke gezondheidsproblemen. De kantonrechter oordeelde dat het beding niet onredelijk bezwarend was en dat er geen aanleiding was voor matiging van de boete. [gedaagde] had zonder schriftelijke toestemming van [eiser] de hond laten dekken, wat in strijd was met de overeenkomst. De kantonrechter wees de vorderingen van [gedaagde] in reconventie af, waarin zij de vernietiging van bepaalde artikelen van de koopovereenkomst vorderde. De rechter concludeerde dat [eiser] niet beroepsmatig had gehandeld, maar als hobbyfokker, en dat de overeenkomst onder het Nederlands recht viel. De vordering van [eiser] werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

REchtbank den haag

Zittingsplaats Gouda
Zaaknummer: 10649083 CV EXPL 23-2272
Vonnis van de kantonrechter d.d. 18 januari 2024 in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J.J. Lammers,
tegen
[gedaagde],
gedaagde partij,
wonende te [woonplaats 2] ( Duitsland ),
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. M.P. de Vries.

1.Het verloop van de procedures in conventie en in reconventie

De kantonrechter heeft kennis genomen van de navolgende stukken, waaruit tevens het verloop van de procedure blijkt:
- de dagvaarding d.d. 28 juni 2023;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte overlegging producties van [eiser] ;
- de aantekeningen die de griffier heeft gemaakt tijdens de mondelinge behandeling van deze zaak op 19 december 2023.

2.De overwegingen in conventie en in reconventie

2.1
[eiser] vordert in deze procedure, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [gedaagde] om haar te betalen:
1. een bedrag ad € 11.250,=, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na de brief van [eiser] d.d. 16 december 2022 tot aan de dag van volledige voldoening;
2. de buitengerechtelijke kosten ad € 887,50;
met veroordeling van Endemaan in de kosten van de procedure en de nakosten.
2.2
[eiser] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Haar hobby is het fokken van Norwich Terriërs. In 2021 is [gedaagde] door [tussenpersoon] in contact gebracht met [eiser] , vanwege haar interesse in de Norwich Terriër van [eiser] , [ras hond] , een reu, hierna te noemen: Raven. [gedaagde] is van 6 tot en met 10 mei 2021 bij [eiser] geweest. Tijdens dit verblijf heeft [eiser] haar uitgebreid geïnformeerd over Raven en de condities waarop zij Raven aan haar wilde verkopen. Op 8 mei 2021 hebben partijen de aan de dagvaarding gehechte koopovereenkomst ondertekend, bij welke overeenkomst [eiser] Raven aan [gedaagde] heeft verkocht voor een koopprijs ad € 2.000,=. De koopprijs heeft [eiser] van [gedaagde] ontvangen en de levering van Raven vond plaats op 10 mei 2021. In artikel 3.1 van de koopovereenkomst is bepaald:
Koper verklaart de hond te kopen voor het gebruik als huishond. Derhalve, anders dan de bepaling in artikel 2.8, mag de hond niet, zonder schriftelijke toestemming van de verkoper, ingezet worden voor de fokkerij van derden. In artikel 2.10 van de koopovereenkomst is bepaald:
Indien de koper de bepaling in artikel 3.1, v.w.b. de inzet voor de fokkerij zonder schriftelijke toestemming van de verkoper overtreedt, heeft de verkoper recht op een, direct opeisbare, schadevergoeding van 5 (vijf) maal de koopsom per overtreding. In artikel 2.11 is verder nog bepaald:
Verkoper heeft recht op maximaal 4 keer het zogenaamd “dekgeld”, indien de hond is gebruikt v.w.b. de inzet voor de fokkerij. Op 3 mei 2021 heeft [eiser] aan [gedaagde] toegezonden een Duitse vertaling van de in de Nederlandse taal opgestelde koopovereenkomst. Tijdens haar verblijf bij [eiser] , hebben [eiser] en [tussenpersoon] [gedaagde] uitgebreid geïnformeerd wat de achtergrond is van de in de koopovereenkomst opgenomen fokbeperking. Het gaat hierbij om het volgende. Typisch voor het ras van Norwich Terriërs zijn enkele erfelijke ziektes, waaronder het Bovenste Luchtweg Syndroom (UAS). Indien de hond daardoor ernstig is aangetast, veroorzaakt dat ernstige benauwdheidklachten, als gevolg waarvan de hond een verminderde levenskwaliteit heeft en voortijdig, zelfs al op heel jonge leeftijd kan sterven. Vanwege deze problematiek hecht [eiser] veel waarde aan het fokken van zo gezond mogelijke Norwich Terriërs. Zij gebruikt daarom uitsluitend Norwich Terriërs van fokkers die dezelfde standaard hebben qua gezondheid als zij. De honden waarmee [eiser] fokt en alle door haar gefokte honden worden in Zwitserland aan de Universiteit van Bern of in de kliniek Aarau West onderzocht op UAS. Op basis van de scoringsrapporten en onderzoek naar de bloedlijnen wordt een verantwoorde combinatie van ouders samengesteld om een nestje te fokken. Alle door [eiser] gefokte honden hebben geen ademhalingsproblemen. De Norwich Terriërs uit de bloedlijn van [eiser] zijn alleen inzetbaar voor een kleine groep bevriende fokkers wereldwijd met dezelfde hoge gezondheidsstandaard. Met de in de koopovereenkomst opgenomen fokbeperking wil [eiser] voorkomen dat de bloedlijn van haar honden wordt vermengd met bloedlijnen die zij niet kan controleren. Op 7 september 2022 heeft de [derde] op [internet] bekend gemaakt dat er op 3 augustus 2022 bij haar in Oostenrijk drie puppy’s zijn geboren die Raven als vader hebben. Voor deze dekking heeft [gedaagde] aan [eiser] geen toestemming gevraagd of verkregen. [eiser] is niet in de gelegenheid gesteld om te beoordelen of de moeder van het nestje combineerde met Raven. Bij brief d.d. 16 december 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] aangemaand om aan [eiser] te betalen de contractuele boete ad € 10.000,= en het in de koopovereenkomst bedoelde dekgeld ad € 1.250,=. [gedaagde] heeft hierop niet gereageerd. [eiser] vordert in deze procedure de betaling van deze bedragen, te vermeerderen met de gevorderde rente en de buitengerechtelijke kosten. In artikel 7 van de koopovereenkomst is bepaald dat op de door partijen gesloten overeenkomst Nederlands recht van toepassing is en dat de uit die overeenkomst voortvloeiende geschillen worden beslecht door de competente rechter van het arrondissement waarin [eiser] is gevestigd.
2.3
[gedaagde] heeft in conventie geconcludeerd dat de vorderingen van [eiser] zijn af te wijzen, met veroordeling van [eiser] in de kosten van de procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na de dag waarop vonnis wordt gewezen. Daaraan legt zij het volgende ten grondslag. Zij erkent de door partijen gesloten koopovereenkomst. Zij heeft voorheen andere Norwich Terriërs gehad, waarmee zij actief was op hondenshows. Juist is dat [tussenpersoon] haar in contact heeft gebracht met [eiser] . [tussenpersoon] en [gedaagde] kennen elkaar uit de wereld van de hondenshows en zijn jarenlang bevriend geweest. [gedaagde] heeft Raven in Oostenrijk laten dekken bij [derde] . [derde] fokt al jaren met Norwich Terriërs en bezoekt ook met Norwich Terriërs hondenshows. Het is juist dat [gedaagde] op verzoek van [eiser] van 6 tot en met 10 mei 2021 bij [eiser] is geweest. Doel van dit verblijf was dat partijen elkaar leerden kennen en om te bezien of [gedaagde] en Raven bij elkaar passen. Op 8 mei 2021 heeft [gedaagde] voor het eerst de door [eiser] genoemde koopovereenkomst gezien, welke [gedaagde] direct heeft ondertekend. Wat er in die overeenkomst stond, wist [gedaagde] toentertijd niet, omdat de overeenkomst was opgesteld in de Nederlandse taal, welke taal zij niet machtig is. Aangezien [eiser] haar geen aanvullende mededelingen had gedaan over de inhoud van de koopovereenkomst, vertrouwde zij er op dat de overeenkomst geen bijzonderheden bevatte. In de koopovereenkomst is opgenomen dat [gedaagde] schriftelijke toestemming van [eiser] nodig heeft om met Raven te mogen fokken. Uit de gesprekken die [gedaagde] heeft gevoerd met [tussenpersoon] over de koopovereenkomst heeft zij mogen opmaken dat zij met een gezonde hond zou mogen fokken. [derde] en [eiser] hebben met elkaar gecorrespondeerd over het mogen dekken met Raven. Daaruit heeft [gedaagde] afgeleid dat Raven gedekt mocht worden zodra door een dierenarts was vastgesteld dat Raven een gezonde hond is en meer in het bijzonder niet had te kampen met UAS. [eiser] schreef in haar mail van 16 november 2021 dat Raven nog niet klaar is om te dekken omdat hij nog geen medische test had ondergaan. Later schreef zij dat, zodra zij de testresultaten heeft, iets laat weten. Vervolgens is Raven op kosten van [gedaagde] in een privékliniek te Zwitserland getest op UAS, op zijn ogen en op patellaluxatie. Uit alle testresultaten blijkt dat Raven een gezonde hond is. Van de testresultaten heeft [gedaagde] [eiser] in kennis gesteld. [gedaagde] heeft echter niets meer van [eiser] vernomen over het al dan niet mogen dekken met Raven. Nu alle testresultaten goed waren en [gedaagde] niet van [eiser] heeft gehoord dat zij niet mocht dekken met Raven, mocht [gedaagde] er van uitgaan dat zij Raven kon laten dekken. De door [eiser] gevorderde boete is daarom af te wijzen. Voor zover dat anders is, is de boete te matigen. Daarbij is in aanmerking te nemen dat [eiser] als gevolg van de in het geding zijnde dekking geen enkele schade heeft geleden. De gevorderde boete is daarom bovenmatig. Overigens voert [gedaagde] aan dat [eiser] in het kader van de verkoop van Raven heeft gehandeld in de uitoefening van haar beroep of bedrijf, zodat, nu [gedaagde] een natuurlijk persoon is die in het kader van de door partijen gesloten koopovereenkomst heeft gehandeld voor doeleinden buiten haar bedrijfs- of beroepsactiviteit, ten deze sprake is van een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 BW. Dat [eiser] beroeps- of bedrijfsmatig heeft gehandeld blijkt uit het volgende. Zij is tenminste sinds 2012 actief als fokker. Op de website van de [website 1] is zij geregistreerd als fokker. [eiser] heeft verder een professioneel ogende website ( [website 1] ). Op deze website is informatie te vinden over haar gefokte nestjes. In artikel 2.5 van de koopovereenkomst wordt naar deze website verwezen. De door haar gebruikte koopovereenkomst is een standaardovereenkomst. De in de artikel 2.10, 2.11 en 3.1 van de koopovereenkomst opgenomen bedingen, welke bedingen geen kernbedingen zijn en waarover niet is onderhandeld, zijn onredelijk bezwarend / oneerlijk. [eiser] heeft er niet vanuit mogen gaan dat [gedaagde] deze bedingen had aanvaard indien daarover zou zijn onderhandeld. Van belang is verder dat niet is bepaald aan welke voorwaarden moet worden voldaan om toestemming te krijgen om te mogen fokken met de gekochte hond. De stelling van [eiser] , dat zij jegens [gedaagde] aanspraak kan maken op het in de koopovereenkomst genoemde dekgeld, is niet juist, omdat [gedaagde] van [derde] geen dekgeld heeft ontvangen en dus ook geen dekgeld aan [eiser] kan afdragen. [eiser] kan geen aanspraak maken op de door haar gevorderde buitenrechtelijke kosten, omdat niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:96 lid 6 BW.
2.4
[gedaagde] vordert in reconventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de vernietiging van de artikelen 2.10, 2.11 en 3.1 van de koopovereenkomst, met veroordeling van [eiser] in de kosten van de procedure en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na de dag waarop vonnis wordt gewezen.
2.5
[gedaagde] legt aan haar vorderingen ten grondslag hetgeen hiervoor is vermeld.
2.6
[eiser] heeft geconcludeerd dat de vorderingen van [gedaagde] zijn af te wijzen. Daartoe voert zij aan hetgeen zij in conventie heeft aangevoerd en verder het volgende. De door [gedaagde] genoemde bedingen zijn niet aan te merken als algemene voorwaarden. [eiser] heeft deze bedingen in de overeenkomst opgenomen om te voorzien in het probleem dat ten tijde van verkoop nog was te testen of Raven te kampen had met UAS. Onjuist is verder dat [eiser] met [gedaagde] heeft gehandeld in de uitoefening van haar beroep of bedrijf. [eiser] is provinciaal ambtenaar. Zij houdt zich bezig met Europese subsidies. Het fokken met honden doet zij als hobby. Zij heeft al circa 20 jaar Norwich Terriërs. Zij heeft in die periode 11 puppy’s gefokt en er 8 verkocht. Op de website van [eiser] , welke website duidelijk geen verkoopkanaal is, is dan ook terecht vermeld:
Incidenteel fokken wij eens een nestje. Van een consumentenkoop is ten deze derhalve geen sprake. Overigens zijn de door [gedaagde] genoemde bedingen niet onredelijk bezwarend of oneerlijk. Tijdens het sluiten van de koopovereenkomst hebben partijen uitvoerig over deze bedingen gesproken. Gelet op de met die bedingen te dienen belangen, zijn deze bedingen redelijk. [gedaagde] is voldoende duidelijk uitgelegd dat zij alleen dan met Raven zou mogen (laten) fokken indien hij daarvoor zou worden aangeboden bij een selecte groep fokkers, waarvan de namen aan [gedaagde] zijn verstrekt, en dat daarnaast vereist is dat gefokt wordt met rashonden voorzien van een FCI-stamboom en dat via officiële gezondheidsresultaten aangetoond wordt dat de kans op UAS en andere gezondheidsproblemen laag is.
2.7
De kantonrechter overweegt het volgende
2.8
Op grond van hetgeen partijen hebben aangevoerd en de in het geding gebrachte producties staat het volgende vast. Op 8 mei 2021 hebben partijen een schriftelijke, in de Nederlandse taal opgestelde koopovereenkomst ondertekend, bij welke overeenkomst [eiser] aan [gedaagde] heeft verkocht, voor een koopprijs ad € 2.000,=, een Norwich Terriër, genaamd Raven. De koopprijs heeft [eiser] van [gedaagde] ontvangen en de levering van Raven vond plaats op 10 mei 2021. In artikel 3.1 van de koopovereenkomst is bepaald:
Koper verklaart de hond te kopen voor het gebruik als huishond. Derhalve, anders dan de bepaling in artikel 2.8, mag de hond niet, zonder schriftelijke toestemming van de verkoper, ingezet worden voor de fokkerij van derden. In artikel 2.10 van de koopovereenkomst is bepaald:
Indien de koper de bepaling in artikel 3.1, v.w.b. de inzet voor de fokkerij zonder schriftelijke toestemming van de verkoper overtreedt, heeft de verkoper recht op een, direct opeisbare, schadevergoeding van 5 (vijf) maal de koopsom per overtreding. In artikel 2.11 van de koopovereenkomst is bepaald:
Verkoper heeft recht op maximaal 4 keer het zogenaamd “dekgeld”, indien de hond is gebruikt v.w.b. de inzet voor de fokkerij. In artikel 7 van de koopovereenkomst is bepaald dat op die overeenkomst Nederlands recht van toepassing is en dat de daaruit voortvloeiende geschillen worden beslecht door de competente rechter van het arrondissement waarin verkoper is gevestigd. Op 3 mei 2021 heeft [eiser] aan [gedaagde] toegezonden een Duitse vertaling van de door partijen gesloten koopovereenkomst. Typisch voor het ras van Norwich Terriërs zijn enkele erfelijke ziektes, waaronder het Bovenste Luchtweg Syndroom (UAS). Indien de hond daardoor ernstig is aangetast, veroorzaakt dat ernstige benauwdheidklachten, als gevolg waarvan de hond een verminderde levenskwaliteit heeft en voortijdig, zelfs op jonge leeftijd kan sterven. Op 7 september 2022 heeft [derde] op Facebook een bericht geplaatst waarin staat dat bij haar, in Oostenrijk , op 3 augustus 2022 drie puppy’s zijn geboren waarvan Raven de vader is. Daarvoor, op 16 november 2021 heeft [eiser] het volgende aan [derde] geschreven:
Good morning [derde] , [gedaagde] has forwarded your request for mating from Raven. (…) I have the veto over his coverages. Raven is not yet at stud as he has not yet undergone health testing. He will be tested for UAS, Patella and hereditary eye diseases. I’m trying to make an appointment in January in Swiss to have him scoped on UAS. Daaraan heeft zij dezelfde dag toegevoegd:
As soon I have the test results I let you know. Fingers crossed for a good throat. Raven is op 24 maart 2022 in opdracht van [gedaagde] in de Tierklinik Aarau West te Oberentfelden (Zwitserland) onderzocht op UAS. De testresultaten waren gunstig. In dezelfde periode is Raven onderzocht op erfelijke oogafwijkingen en op Patellaluxation. Ook de deze testresultaten waren gunstig. [eiser] is op de website van de [website 1] vermeld als fokker. [eiser] heeft een website waarop onder meer is vermeld:
Wij zijn de trotse bezitters van meerdere Norwichen, welke allemaal geshowd worden of werden in binnen- en buitenland. (…) Incidenteel fokken wij eens een nestje. (…) Wij wensen u veel plezier op onze webpagina. Mocht u vragen hebben over bepaalde onderwerpen, staan wij u graag te woord. Mobiel: 06-(…). De door partijen gesloten koopovereenkomst is opgesteld aan de hand van het model dat afkomstig is van de in Nederland gevestigde Vereniging Raad van beheer op Kynologisch gebied. Bij brief d.d. 16 december 2022 is [gedaagde] aangemaand om binnen veertien dagen nadien aan [eiser] te betalen een bedrag ad € 11.250,=. [gedaagde] heeft geen gevolg gegeven aan deze sommatie.
2.9
Tussen partijen is in discussie of [eiser] in het kader van het sluiten van de in het geding zijnde koopovereenkomst heeft gehandeld in de uitoefening van haar handels- of beroepsactiviteit of als een persoon die heeft gehandeld voor doeleinden buiten haar bedrijfs- of beroepsactiviteit, te weten in het kader van de uitoefening van haar hobby, bestaande uit het hebben en houden van Norwich Terriërs en het slechts incidenteel fokken met deze dieren. Bij de beantwoording van de vraag of [eiser] bedrijfs- of beroepsmatig heeft gehandeld is naar het oordeel van de kantonrechter doorslaggevend dat [eiser] , zoals zij ter terechtzitting onweersproken heeft aangevoerd, gedurende een periode van circa 20 jaar Norwich Terriërs heeft gehad en zij daarmee in die periode 11 puppy’s heeft gefokt, waarvan zij er 8 heeft verkocht. Daarmee staat vast dat het fokken van Norwich Terriërs een zodanig beperkte activiteit is van [eiser] , dat niet van beroeps- of bedrijfsmatig handelen kan worden gesproken. Het feit dat zij een goed ogende website heeft waarin zij over haar hobby schrijft, leidt niet tot een ander oordeel. Daaruit blijkt niet dat zij via dat medium (door haar gefokte) Norwich Terriërs ten verkoop aanbiedt. Het feit dat zij op de website van de [website 1] is geregistreerd als fokker, leidt eveneens niet tot een ander oordeel, omdat zij ter terechtzitting onweersproken heeft toegelicht dat iedere fokker in Nederland, ook hobbymatige fokkers, als fokker geregistreerd moeten zijn (een UBN-nummer moeten hebben). Het feit dat [eiser] bij het opstellen van de met [gedaagde] gesloten koopovereenkomst gebruik heeft gemaakt van het model dat afkomstig is van de in Nederland gevestigde Vereniging Raad van beheer op Kynologisch gebied, leidt op zich genomen evenmin tot een ander oordeel. Aldus wordt als vaststaand aangenomen dat beide partijen in het kader van het sluiten van hun koopovereenkomst hebben behandeld voor doeleinden buiten hun bedrijfs- of beroepsactiviteiten.
2.1
[gedaagde] voert aan dat uit de testen die Raven heeft ondergaan is gebleken dat Raven een gezonde hond is, dat zij [eiser] van die resultaten in kennis heeft gesteld en vervolgens niets van haar heeft vernomen. Zij stelt dat zij op grond hiervan heeft mogen aannemen dat zij Raven mocht laten dekken. De kantonrechter is van oordeel dat zij daarop niet heeft mogen vertrouwen, ook voor zover juist is haar – niet onderbouwde stelling – dat zij [eiser] de testresultaten heeft toegezonden van de onderzoeken die Raven heeft ondergaan en [eiser] zich daarover niet heeft uitgelaten. Daarbij is van belang dat in de door partijen gesloten overeenkomst is bepaald dat Raven
niet, zonder schriftelijke toestemming van de verkoper, ingezet(mag)
worden voor de fokkerij, welke schriftelijke toestemming ontbreekt. [gedaagde] had er daarom alleen op mogen vertrouwen dat zij met Raven zou mogen (laten) fokken, indien [eiser] daarmee schriftelijk had ingestemd. Van belang is verder dat op basis van alleen de testresultaten van Raven niet kan worden vastgesteld of zijn vaderschap kan leiden tot zo gezond mogelijk nakomelingen, nu daarvoor ook bepalend is de gezondheidstoestand van de moeder. Het is niet gebleken dat [eiser] in de gelegenheid is gesteld om vast te stellen wat daarvan zij.
2.11
[gedaagde] voert aan dat het overeengekomen boetebeding (artikel 2.10 van de koopovereenkomst) onredelijk bezwarend is. De kantonrechter is van oordeel dat dit beding – voor het geval is aan te nemen dat dit een algemene voorwaarde is – niet onredelijk bezwarend is (in de zin van artikel 6:233 sub a BW). Het belang dat wordt gediend met de fokbeperking ex artikel 3.1 van de koopovereenkomst, te weten het zo veel mogelijk voorkomen van (ernstig) dierenleed, door alleen te fokken met honden die niet zijn belast met erfelijke afwijkingen – is een zwaarwegend belang. De overtreding van dit belang verdient daarom een voldoende afschrikwekkende sanctie. De in artikel 2.10 bedongen boete is, gelet op dat belang, proportioneel. Aanleiding om die boete te matigen is er niet. Voor zover juist is dat, zoals [gedaagde] heeft gesteld, [eiser] als gevolg van de in het geding zijnde dekking geen enkele schade heeft geleden, leidt dat in de gegeven omstandigheden niet tot een ander oordeel, omdat het enkele feit dat de boete hoger kan zijn dan de ontstane schade, niet tot matiging noopt. In het vorenstaande ligt besloten dat de vorderingen in reconventie zijn af te wijzen.
2.12
Tijdens de mondelinge behandeling van deze zaak is gebleken dat het door [eiser] genoemde dekgeld ad 1.250,= op zich, wanneer het om Norwich Terriërs gaat, een gangbare vergoeding is. De stelling van [gedaagde] , dat zij het door [eiser] gevorderde dekgeld niet verschuldigd is, omdat zij van [derde] geen dekgeld heeft ontvangen, wordt gepasseerd, omdat het dekgeld volgens artikel 2.1 van de koopovereenkomst verschuldigd is
indien de hond is gebruikt v.w.b. de inzet voor de fokkerij. Het vorderingsrecht dat [eiser] aan die bepaling ontleent, is volgens die bepaling niet beperkt tot het geval waarin [gedaagde] zelf een vergoeding ontvangt van de fokker die Raven heeft laten dekken.
2.13
De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden niet toegewezen, omdat niet is gebleken dat de buitengerechtelijke werkzaamheden uit wezenlijk meer hebben bestaan dan uit het verzenden van een enkele sommatie. De gevorderde rente wordt toegewezen zoals is gevorderd.
2.14
[gedaagde] is de partij die in deze procedure in het ongelijk wordt gesteld. Zij wordt om die reden veroordeeld in de kosten van de procedure.

3.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie:
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag ad 11.250,=, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de brief van [eiser] d.d. 16 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, welke kosten aan de zijde van [eiser] tot op heden worden vastgesteld op een bedrag ad € 1.209,32, waarin begrepen een bedrag ad € 792,= voor salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
In reconventie:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, welke aan de zijde van [eiser] tot op heden worden vastgesteld op een bedrag ad € 300,= voor salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Nijenhuis, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting van 18 januari 2024.