ECLI:NL:RBDHA:2024:1813
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Algerijnse nationaliteit
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.A. Hardoar, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Gündogdu, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 januari 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris op 13 oktober 2023 is afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 1 december 2023, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De verzoeker, van Algerijnse nationaliteit en geboren in 1993, heeft zijn situatie uiteengezet. Echter, de voorzieningenrechter heeft in een andere zaak, NL23.32604, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 januari 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.