ECLI:NL:RBDHA:2024:1807
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.H. Lange
- M.A.W.M. Engels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Poolse nationaliteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Poolse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 oktober 2023 niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 december 2023 behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde. De verweerder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting heeft de verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening verder toegelicht en ook een verzoek gedaan om de materiële voorzieningen door te laten lopen.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, mede omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.34356) die relevant is voor de beoordeling van het verzoek. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.