ECLI:NL:RBDHA:2024:18048

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
NL24.30592 en NL24.30593
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvragen van Moldavische eisers van Roma-etniciteit met financiële en juridische problemen

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 31 oktober 2024, worden de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beoordeeld. Eisers, een Moldavische vrouw en haar kinderen, hebben op 8 mei 2024 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 29 juli 2024 zijn afgewezen. De rechtbank heeft de zitting op 7 oktober 2024 gehouden, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister.

De rechtbank concludeert dat de asielaanvragen ongegrond zijn. Eiseres heeft financiële problemen en vreest arrestatie bij terugkeer naar Moldavië vanwege een openstaand krediet. Daarnaast ervaart zij discriminatie vanwege haar Roma-etniciteit. Eiser, de man van eiseres, heeft ook problemen met de politie en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de asielmotieven niet zwaarwegend genoeg zijn om aan te nemen dat eisers een reëel risico op vervolging lopen bij terugkeer naar Moldavië.

De rechtbank wijst erop dat eisers in het verleden probleemloos identiteitsdocumenten hebben verkregen en toegang hebben gehad tot scholing en huisvesting. De rechtbank concludeert dat de minister zijn onderzoeksplicht heeft nageleefd en dat de problemen van eisers niet zodanig ernstig zijn dat zij niet op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.30592 en NL24.30593

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober 2024 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer 1], eiseres

mede namens haar minderjarige kinderen:
[kind 1], v-nummer: [nummer 2],
[kind 2], v-nummer: [nummer 3] en
[kind 3], v-nummer: [nummer 4]
en

[eiser], v-nummer: [nummer 5], eiser

samen: eisers
(gemachtigde: mr. G.W. Mettendaf),
en
de minister van Asiel en Migratie [1]
(gemachtigde: [naam gemachtigde]).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen. Eisers hebben op 8 mei 2024 aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met de bestreden besluiten van 29 juli 2024 deze aanvragen afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 7 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de ongegrondverklaringen van de asielaanvragen van eisers. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
3. De beroepen zijn ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres en haar kinderen hebben allen de Moldavische nationaliteit. Eiseres is geboren op [geboortedatum 1] 1995. Haar kinderen zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum 2] 2015, [geboortedatum 3] 2020 en [geboortedatum 4] 2023. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres heeft financiële problemen vanwege de aankoop van een mobiele telefoon. Zij zal daarom opgepakt worden als zij terugkeert naar Moldavië. Daarnaast heeft eiseres de Roma-etniciteit waardoor zij gediscrimineerd wordt. Ook heeft eiseres problemen vanwege haar man. Hij heeft namelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf en zal bij terugkeer worden opgepakt door de politie.
4.1.
Eiser heeft de Moldavische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum 5] 1989. Hij legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser heeft de Roma- etniciteit en daardoor is er voor hem geen werk in Moldavië. Daarnaast wordt hij vanwege zijn etniciteit onjuist bejegend. Verder heeft eiser problemen met de politie, hij heeft namelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De bestreden besluiten
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Onjuiste bejegening en discriminatie vanwege Roma-etniciteit;
3. Problemen vanwege krediet;
4. Problemen man van eiseres.
De minister acht het eerste asielmotief geloofwaardig. Het tweede asielmotief acht de minister deels geloofwaardig. De minister overweegt hierbij dat het geloofwaardig is dat eiseres onjuist werd bejegend vanwege haar Roma-etniciteit, maar het is ongeloofwaardig dat zij gediscrimineerd is vanwege haar etniciteit. Ook het derde asielmotief acht de minister ongeloofwaardig. De minister heeft het vierde asielmotief niet op geloofwaardigheid getoetst omdat deze problemen niet zien op de persoonlijke problemen van eiseres. De minister komt tot de conclusie dat de geloofwaardig geachte motieven niet zwaarwegend genoeg zijn, waardoor niet wordt aangenomen dat eiseres gegronde vrees voor vervolging heeft of bij terugkeer naar Moldavië een reëel risico op ernstige schade loopt.
5.1.
Het asielrelaas van eiser bevat volgens de minister de volgende asielmotieven:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Onjuiste bejegening vanwege Roma-etniciteit;
3. Voorwaardelijke gevangenisstraf.
De minister acht de eerste twee asielmotieven geloofwaardig. Het derde asielmotief is ongeloofwaardig geacht. De minister stelt zich verder op het standpunt dat de geloofwaardig geachte motieven niet zwaarwegend genoeg zijn, waardoor niet wordt aangenomen dat eiser gegronde vrees voor vervolging heeft of bij terugkeer naar Moldavië een reëel risico op ernstige schade loopt.
Discriminatie vanwege Roma-etniciteit
6. Eisers voeren aan dat zij in Moldavië constant gediscrimineerd worden vanwege hun Roma-etniciteit. Het is voor eisers onmogelijk om werk te krijgen en hun kinderen kunnen niet naar school. Eisers worden daardoor dusdanig beperkt in hun bestaansmogelijkheden dat zij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. Hierbij wijzen eisers erop dat Roma onvoldoende toegang hebben tot de zorg of medische behandeling. Ook het doen van aangiften bij de politie is onmogelijk omdat de politie grote geldbedragen vraagt, maar vervolgens niets doet. Hierover klagen bij de autoriteiten heeft geen zin vanwege de etniciteit van eisers. Dit blijkt volgens eisers voldoende uit de door hen gegeven verklaringen.
6.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister zich terecht op het standpunt gesteld dat eisers weliswaar problemen ondervinden vanwege hun Roma etniciteit, maar dat niet is gebleken dat eisers vanwege hun Roma etniciteit dusdanig ernstige beperkingen in hun bestaansmogelijkheden ervaren dat het voor hen onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. Hierbij wijst de minister er terecht op dat eisers probleemloos identiteitsdocumenten hebben aangevraagd en verkregen, toegang hadden tot scholing en huisvesting en ook zijn eisers meerdere keren probleemloos en op gecontroleerde wijze het land in- en uitgereisd. Ook wijst de minister er terecht op dat uit de verklaringen van eisers niet blijkt dat zij niet konden werken. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij op haar 19de is getrouwd en daarna voor de kinderen heeft gezorgd. Daarbij heeft zij niet gezocht naar werk. Hieruit blijkt dus niet dat eiseres is uitgesloten van de arbeidsmarkt. Eiser heeft verklaard dat hij niet genoeg kon verdienen in Moldavië. [2] Ook hieruit blijkt dus niet dat hij niet kon werken. Verder is onvoldoende onderbouwd dat eisers geen toegang hebben tot de zorg of medische behandeling. Daarbij merkt de minister terecht op dat eiser heeft verklaard na een mishandeling naar een arts te zijn gegaan voor een behandeling. [3] Verder stelt de minister terecht dat eisers geen aanknopingspunten naar voren hebben gebracht waaruit blijkt dat het doen van aangifte bij de politie onmogelijk is en dat hierover klagen bij de autoriteiten ook geen zin zou hebben.
Problemen van eiseres vanwege krediet
7. Eiseres voert aan dat zij bij terugkeer zal worden opgesloten vanwege haar openstaande krediet. Dit is in strijd met artikel 3 van het EVRM. De detentieomstandigheden zijn namelijk in het algemeen bijzonder slecht. Eiseres heeft duidelijk verklaard over de problemen die zij verwacht te krijgen vanwege het openstaande krediet. Hierbij merkt eiseres op dat zij niet lang naar school is geweest en daardoor niet tot in detail kan verklaren. Het lag op de weg van de minister om nadere vragen te stellen op het moment dat de verklaringen van eiseres, volgens de minister, vaag waren. Eiseres heeft aan haar inspanningsverplichting voldaan waardoor het op de weg van de minister lag om in het kader van zijn onderzoeksplicht het asielrelaas van eiseres verder te onderzoeken.
7.1.
De minister stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat de problemen van eiseres vanwege een krediet van € 500,- wat zij heeft afgesloten, ongeloofwaardig zijn. Hierdoor is niet aannemelijk dat eiseres bij terugkeer zal worden vervolgd en opgesloten. De minister heeft hierbij terecht betrokken dat eiseres vaag heeft verklaard over de problemen. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij niet precies wist wanneer zij het krediet heeft afgesloten, niet wist wat de rente was en wat er op het document van het krediet staat. Ook de verklaring van eiseres dat zij vanwege het niet terugbetalen van het krediet een gevangenisstraf zal krijgen, is niet onderbouwd en enkel gebaseerd op vermoedens. Ondanks dat eiseres niet lang naar school geweest is, stelt de minister terecht dat van haar mocht worden verwacht dat zij hierover meer kon verklaren dan zij heeft gedaan. Het betoog van eiseres dat de minister meer vragen had moeten stellen, volgt de rechtbank niet. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt immers dat er meerdere vragen zijn gesteld over het krediet. [4] Eiseres heeft, ook op zitting, niet kunnen toelichten welke nadere vragen de minister nog had moeten stellen. Met het stellen van de vragen over het krediet heeft de minister naar oordeel van de rechtbank voldaan aan zijn onderzoeksplicht.
Voorwaardelijke gevangenisstraf van eiser
8. Eiser voert aan dat het geloofwaardig is dat hij een voorwaardelijke gevangenisstraf heeft. Hij heeft namelijk een foto van de aan hem opgelegde meldplicht overgelegd. Hoewel de meldplicht is meegewogen in de besluitvorming, heeft de minister hieraan onvoldoende waarde gehecht. Met het overleggen van de meldplicht heeft eiser voldaan en zijn inspanningsverplichting waardoor de minister het asielrelaas van eiser nader had moeten onderzoeken in het kader van de onderzoeksplicht.
8.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt stelt dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van eiser ongeloofwaardig is. De minister wijst er allereerst terecht op dat de door eiser overgelegde foto van de meldplicht een kopie is waardoor de foto niet op authenticiteit kan worden onderzocht. Daar komt bij ] dat het enkele feit dat eiser een meldplicht heeft gekregen onvoldoende is om . het gehele asielmotief van eiser te kunnen onderbouwen. Hierbij heeft de minister er op zitting terecht op gewezen dat uit deze meldplicht niet blijkt dat aan eiser een gevangenisstraf is opgelegd. Verder stelt de minister terecht dat eiser verwijtbaar geen andere stukken heeft overgelegd. Hij heeft immers verklaard dat er (andere) stukken zijn, zoals het vonnis van de rechtbank. [5] Het betoog van eiser dat de minister in het kader van de onderzoeksplicht het asielrelaas nader had moeten onderzoeken, volgt de rechtbank niet. De minister heeft namelijk in het nader gehoor voldoende vragen aan eiser gesteld over zijn asielrelaas. Eiser heeft niet nader onderbouwd wat er in dit kader nog meer van de minister verwacht had mogen worden.
Overleggen documenten
9. De rechtbank merkt tot slot op dat eisers op de zitting hebben benoemd dat zij nog stukken willen overleggen ter onderbouwing van hun asielrelaas, zoals de kredietovereenkomst van eiseres en het vonnis van de rechtbank ten aanzien van de voorwaardelijke gevangenisstraf van eiser. Na overleg met hun gemachtigde, is door hen besloten dat wanneer zij in het bezit zijn van de documenten, deze aan hun gemachtigde te zullen sturen, zodat zij daarna kan kijken welke vervolgstappen er eventueel genomen kunnen worden.

Conclusie en gevolgen

10. De beroepen zijn ongegrond. Dit betekent dat eisers geen gelijk krijgen en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling is daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.S. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. K.H.M.M. Otten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Pagina 5, verslag nader gehoor van 23 juli 2024 van eiser (NG eiser).
3.Pagina 11, NG eiser.
4.Pagina 9, 10 en 11, verslag nader gehoor van 23 juli 2024 van eiseres (NG eiseres).
5.Pagina 13, NG eiser.