ECLI:NL:RBDHA:2024:18048
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Moldavische eisers van Roma-etniciteit met financiële en juridische problemen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 31 oktober 2024, worden de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beoordeeld. Eisers, een Moldavische vrouw en haar kinderen, hebben op 8 mei 2024 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 29 juli 2024 zijn afgewezen. De rechtbank heeft de zitting op 7 oktober 2024 gehouden, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister.
De rechtbank concludeert dat de asielaanvragen ongegrond zijn. Eiseres heeft financiële problemen en vreest arrestatie bij terugkeer naar Moldavië vanwege een openstaand krediet. Daarnaast ervaart zij discriminatie vanwege haar Roma-etniciteit. Eiser, de man van eiseres, heeft ook problemen met de politie en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de asielmotieven niet zwaarwegend genoeg zijn om aan te nemen dat eisers een reëel risico op vervolging lopen bij terugkeer naar Moldavië.
De rechtbank wijst erop dat eisers in het verleden probleemloos identiteitsdocumenten hebben verkregen en toegang hebben gehad tot scholing en huisvesting. De rechtbank concludeert dat de minister zijn onderzoeksplicht heeft nageleefd en dat de problemen van eisers niet zodanig ernstig zijn dat zij niet op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.