ECLI:NL:RBDHA:2024:18031
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Oezbeekse eiseres met HIV-besmetting en discriminatieklachten
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, van Oezbeekse nationaliteit, heeft op 10 november 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 3 mei 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 2 augustus 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de minister aanwezig waren.
Eiseres stelt dat zij Hiv-positief is en dat dit haar in Oezbekistan ernstige problemen heeft bezorgd, waaronder discriminatie en sociale isolatie. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld, waaronder de stelling dat de wetgeving in Oezbekistan haar vervolgt vanwege haar hiv-status. De minister heeft echter geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de ondervonden problemen zo ernstig zijn dat zij niet kan functioneren in de maatschappij.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de discriminatie op basis van haar hiv-status niet voldoende zwaarwegend is om asiel te rechtvaardigen. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.