Uitspraak
[bedrijfsnaam 1] B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
dat[naam 1] werkzaamheden voor [bedrijfsnaam 1] heeft verricht en dat [bedrijfsnaam 1] hier in beginsel voor dient te betalen. [bedrijfsnaam 1] erkent dit ook in haar bericht van 9 december 2023. [bedrijfsnaam 1] betwist enkel de betalingsverplichting ten aanzien van de werkzaamheden uitgevoerd in week 49. [bedrijfsnaam 1] voert hiertoe aan dat [naam 1] op de dag van het schadevoorval, 30 november 2023, niet het volledige aantal uren heeft gewerkt en dat hij op de dag na het ongeval, 1 december 2023, ook niet heeft gewerkt. [naam 1] brengt hier tegenin dat het werk op 30 november 2023 is stilgelegd en dat hij de werkzaamheden de volgende dag heeft afgemaakt. [bedrijfsnaam 1] heeft de vordering van [naam 1] onvoldoende gemotiveerd betwist door zich enkel op het standpunt te stellen dat [naam 1] in de betreffende week niet het volledige aantal uren heeft gewerkt. Van [bedrijfsnaam 1] mocht, als opdrachtgever, worden verwacht dat zij dit standpunt zou toelichten en onderbouwen. De kantonrechter zal [bedrijfsnaam 1] dan ook veroordelen tot betaling van € 8.562,50.