ECLI:NL:RBDHA:2024:18015

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
C/09/672962 / JE RK 24-1712
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 14 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2009, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, na een verzoek van de gecertificeerde instelling. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 24 september 2024 werd ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 14 oktober 2024. De moeder van de minderjarige was niet aanwezig, maar was wel opgeroepen. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat zij positieve stappen maakt in haar ontwikkeling op de gesloten groep Hemera, waar zij sinds 2 augustus 2024 verblijft. De kinderrechter oordeelde dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van twee maanden, tot 14 december 2024, om de minderjarige in de gesloten accommodatie te houden totdat zij kan worden overgeplaatst naar een nieuwe, meer permanente plek bij Timon in Dordrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 25 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/672962 / JE RK 24-1712
Datum uitspraak: 14 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Hollandte Dordrecht,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. C.C. Peterse te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 24 september 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 1 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] (via een videoverbinding) namens de gecertificeerde instelling;
  • [minderjarige] met haar advocaat;
- [naam 2] , de begeleider van [minderjarige] .
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] is erkend door [naam 3] .
2.2.
De moeder is bij beschikking van 1 april 2022 van de rechtbank Rotterdam belast met het eenhoofdig gezag.
2.3.
[minderjarige] verblijft feitelijk bij Horizon.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 16 april 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 20 april 2025 alsmede een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 20 april 2025. Tevens heeft de kinderrechter in deze rechtbank bij beschikking van 16 april 2024 een voorwaardelijke machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 16 april 2024 tot 16 oktober 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [minderjarige] verblijft sinds 2 augustus 2024 op een gesloten groep, nadat de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp is omgezet naar een machtiging gesloten jeugdhulp. De eerste weken op de gesloten groep Hemera zijn positief verlopen. [minderjarige] profiteert van de structuur en kaders van de gesloten groep en ervaart hierdoor meer rust. Doordat [minderjarige] hier heeft kunnen stabiliseren is er meer ruimte ontstaan voor behandeling. In de eerste periode op Hemera hebben er meerdere incidenten plaatsgevonden waarbij [minderjarige] fysiek agressief werd. Nu [minderjarige] langer op Hemera verblijft wordt gezien dat er een afname plaatsvindt in het aantal incidenten en [minderjarige] steeds beter kan reflecteren op de incidenten. Aangezien [minderjarige] het op de groep goed doet, is het nu tijd om de volgende stap in haar behandeling te zetten en de vrijheden uit te gaan bouwen. Ter zitting is gebleken dat [minderjarige] op korte termijn terecht kan bij Timon. Deze plek is in Dordrecht en betreft een kleinschalige voorziening met maar drie andere kinderen. Hier kan [minderjarige] voor een langere tijd verblijven en weer naar school gaan. Om de overplaatsing zo goed mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk dat [minderjarige] in de tussentijd op de gesloten groep blijft. [minderjarige] zet op dit moment positieve stappen en is gebaat bij de structuur en kaders van de gesloten setting. Het is daarom wenselijk om binnen deze kaders de vrijheden van [minderjarige] verder uit te bouwen, totdat zij terecht kan bij Timon. De kaders van de gesloten setting geven [minderjarige] op dit moment de duidelijkheid en voorspelbaarheid die zij nodig heeft. Daarnaast kan [minderjarige] zich vanuit rust verder ontwikkelen door middel van behandeling op de groep en de aanvullende paardencoaching. Tevens wil de gecertificeerde instelling geen wisseling van plek voor [minderjarige] . Zij doet het goed op de gesloten groep en de gecertificeerde instelling wil haar in alle rust naar haar nieuwe plek kunnen brengen. Omdat dit nog tijd kost vraagt de gecertificeerde instelling een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee maanden.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is geen verweer gevoerd tegen het verzoek. Het gaat goed met [minderjarige] en zij heeft goed contact met har moeder. [minderjarige] is blij dat ze op korte termijn terecht kan op een plek waar ze langdurig kan verblijven.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. [minderjarige] ontwikkelt zich goed op de gesloten groep en heeft de afgelopen periode zichtbaar positieve stappen gezet. Ter zitting is duidelijk geworden dat [minderjarige] binnen twee maanden overgeplaatst kan worden naar Timon in Dordrecht. Ter overbrugging is het noodzakelijk dat [minderjarige] op de gesloten groep blijft. Op deze manier kan de positieve ontwikkeling van [minderjarige] worden voortgezet en kan zij nog profiteren van de kaders van de gesloten groep. [minderjarige] is gebaat bij de structuur en duidelijkheid van de gesloten groep en kan van hieruit in rust worden overgeplaatst naar haar nieuwe plek. Alle betrokkenen zijn het hiermee eens. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van twee maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 14 oktober 2024 tot 14 december 2024.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2024 door mr. A.C. Olland, kinderrechter, in aanwezigheid van N.M.E. Henke als griffier, en op schrift gesteld op 25 oktober 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.