ECLI:NL:RBDHA:2024:17999
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak over niet tijdig beslissen op aanvraag tot verblijf
Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 28 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank had eerder, op 10 januari 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder een beslistermijn van zestien weken opgelegd. Eiseres heeft op 23 augustus 2024 opnieuw beroep ingesteld, omdat verweerder geen besluit had genomen binnen de gestelde termijn.
De rechtbank oordeelde dat, gezien de eerdere uitspraak en het verstrijken van de termijn zonder besluit, het nieuwe beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank benadrukte dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak een besluit moest nemen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 200 per dag voor elke dag dat hij de termijn overschreed, met een maximum van € 15.000. Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50 en moest hij het griffierecht van € 187 vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.