Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben en geboren te zijn op [datum] 2004, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring, die op 27 september 2024 was opgelegd. Eiser verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 30 oktober 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 15 oktober 2024. Eiser's stelling dat de maatregel onrechtmatig is, omdat het onderzoek eerder gesloten had moeten worden, wordt verworpen. De rechtbank concludeert dat de rechtmatigheid van de maatregel tot 15 oktober 2024 ambtshalve is getoetst en dat er geen onrechtmatigheden zijn gebleken.
Eiser voert aan dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt met betrekking tot zijn uitzetting en dat er geen kenbare belangenafweging is gemaakt. De rechtbank stelt vast dat er op 4 oktober 2024 een verzwaarde belangenafweging heeft plaatsgevonden en dat verweerder voldoende voortvarend handelt, gezien de omstandigheden van de zaak. Eiser heeft verklaard niet terug te willen keren naar Algerije en heeft geen medewerking verleend aan zijn uitzetting. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.