ECLI:NL:RBDHA:2024:17885
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven besluit asielaanvraag
Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. O. Sarac, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 27 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 13 mei 2023 was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, die op 13 november 2023 zou eindigen, was verlengd door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Hierdoor eindigde de beslistermijn pas op 13 augustus 2024. De rechtbank concludeerde dat de ingebrekestelling van eiser op 12 augustus 2024 prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk was.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak. De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000 in haar overwegingen betrokken, en heeft verwezen naar eerdere uitspraken ter ondersteuning van haar oordeel.