Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[naam 2] , te [woonplaats] ,
2.[naam 3] , te [woonplaats] ,
3.3. [naam 4] , te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
back alley’ genoemd. Ten gunste van [naam 1] is een erfdienstbaarheid gevestigd om vanaf zijn perceel met gebruikmaking van de
back alleyte komen en te gaan naar de openbare weg.
back alleyafgescheiden door een schutting. Vanuit deze schutting bezien bevindt zich aan de rechterkant de carport van [naam 2] en [naam 3] en aan de overzijde de carport van [naam 4] .
De voorzieningenrechter:
2.1. veroordeelt [naam 1] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de camera naast de nieuwe toegangsdeur naar zijn perceel (camera 1) en de bolcamera aan de dakgoot van zijn woning te verwijderen en deze vervolgens verwijderd te houden;
”
Mocht u willen voorkomen dat een procedure wordt opgestart, dan dient u mij uiterlijk 1 november a.s. te berichten dat het cliënt vrijstaat om de deurbelcamera weer naast de toegangsdeur tot zijn tuin kan ophangen zonder dat u aanspraak zult maken op de dwangsommen op grond van het vonnis.
3.Het geschil
4.De beoordeling
back alley, dat is de VvE, en derhalve niet de vraag voorligt of sprake is van een schending van het eigendomsrecht. Overwogen wordt dat het [naam 1] in zijn rechtsverhouding met [naam 2] en [naam 3] in beginsel vrij staat een deur in zijn schutting te plaatsen. Dat kan anders zijn als sprake is van gevaarzetting, in die zin dat daarmee gevaar voor personen of zaken in het leven wordt geroepen en/of blijft voortbestaan. Of gevaarzetting onrechtmatig is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de kans op schade, de aard van de gedraging, de aard en ernst van de eventuele schade en de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen. De enkele mogelijkheid van schade als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar maakt dat gedrag nog niet onrechtmatig. Het gevaarscheppende gedrag is slechts onrechtmatig als de mate van waarschijnlijkheid van schade als gevolg van dat gedrag zo groot is dat de betrokkene zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.
back alleygaan, maakt nog niet dat die deur onrechtmatige gevaarzetting oplevert. De rechtbank laat hierin meewegen dat alleen in het geval [naam 2] (en [naam 3] ) de carport met de auto verlaten, en niet op de momenten dat zij de carport inrijden, en een persoon via de nieuwe deur het perceel van [naam 1] verlaat, sprake is een situatie dat [naam 2] en [naam 3] een beperkt zicht hebben op de toegangsdeur. De gevaarzetting die hieruit volgt is echter minimaal omdat het voor personen die gebruik maken van de toegangsdeur hoorbaar en zichtbaar is wanneer [naam 2] en/of [naam 3] de carport met een auto verlaat/verlaten. [naam 2] en [naam 3] mogen erop vertrouwen dat in zo’n geval degene die gebruik maakt van de deur in de carport zijn of haar gedrag hierop aanpast. Deze omstandigheden maken dat sprake is van een verwaarloosbare gevaarzetting en [naam 1] zich niet naar maatstaven van zorgvuldigheid had behoren te onthouden van het plaatsen van deze toegangsdeur. Vordering I in reconventie wordt afgewezen.
back alley, heeft een beeld- en geluidsfunctie en kan daardoor personen filmen die zich in de
back alleybevinden en hun gesprekken opnemen. Dit geldt ook voor [naam 2] en [naam 3] , die hebben verklaard regelmatig de gebruik te maken van de
back alleyen daarnaast regelmatig met buren te spreken op de
back alley. Er is derhalve sprake van een aantasting van het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [naam 2] en [naam 3] . Net als bij de camera bij de nieuwe toegangsdeur, heeft [naam 1] ook voor deze camera onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld die maken dat het maken van beeld- en geluidsopnames en daarmee een aantasting van het recht op privacy van [naam 2] en [naam 3] gerechtvaardigd is. Het belang van [naam 1] weegt daarom niet op tegen het belang van [naam 2] en [naam 3] . Daarbij geldt ook het volgende. Voor [naam 1] is een redelijk alternatief beschikbaar om personen via de oude toegangsdeur binnen te laten door een (camera) deurbel te installeren die geen beeld- en geluidsopnames maakt, maar waarmee wel een spreek- en luisterverbinding tot stand kan worden gebracht. Met een dergelijk systeem wordt geen, althans een minimale inbreuk gemaakt op het privacyrecht van derden. Overigens is namens [naam 1] aangegeven dat de oude toegangsdeur naar alle waarschijnlijkheid een ingang voor een fietsenschuur gaat worden. De rechtbank gaat ervan uit dat het voor [naam 1] niet noodzakelijk is dat de fietsenschuur beschikt over een deurbel. Het belang voor [naam 1] om naast de oude toegangsdeur een deurbel in gebruik te hebben, lijkt daarmee op termijn te zullen vervallen. De huidige deurbel met camerafunctie dient [naam 1] te verwijderen en verwijderd te houden.
back alley bevindt, vaag zichtbaar. Indien de nieuwe toegangsdeur geopend is, is een persoon die zich voor de opening bevindt zichtbaar. Ook een deel van de roldeur van de carport van [naam 4] is in dat geval zichtbaar. Als de nieuwe toegangsdeur en de roldeur van de carport van [naam 4] gelijktijdig geopend zijn, is een deel van de carport van [naam 4] zelf zichtbaar.
back alleybevinden is zeer minimaal en geldt bovendien alleen voor personen langer dan 1,85 meter. Indien de nieuwe toegangsdeur geopend is, is de zichtbaarheid groter. Dan nog gaat het slechts om het kleine deel van de
back alleydat door de opening zichtbaar is. De tuin en carport van [naam 2] en [naam 3] zijn vervolgens alleen zichtbaar als tevens de deur va de carport geopend is. Hierbij geldt dat dit uitsluitend om de kortstondige periodes gaat waarin de deur respectievelijk beide deuren open staat/staan. Vordering III van [naam 2] en [naam 3] wordt daarom afgewezen.