Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- de aanvullende stukken de gecertificeerde instelling van 16 oktober 2024;
- het aanvullende stuk van Groeii, overgelegd ter zitting.
- [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] , namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder met haar advocaat;
- [naam 1] en [naam 2] , namens Groeii.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
die man heeft een fles in haar kut en kont gestopt’). Daarnaast heeft de moeder de schuld voor de uithuisplaatsing bij [minderjarige 1] neergelegd. Hierdoor heeft [minderjarige 1] het idee dat zij verantwoordelijk is voor de uithuisplaatsing. De kinderrechter benadrukt dat deze opmerkingen zeer kwalijk en belastend zijn voor [minderjarige 1] . De kinderrechter acht het daarom belangrijk om op te merken dat de uithuisplaatsing niet de schuld is van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Daarnaast laat [minderjarige 1] gedrag zien dat niet passend is voor haar leeftijd. Ze voelt zich verantwoordelijk voor te zorg- en opvoeding van [minderjarige 2] en wisselt tussen de rol van kind en volwassene. De kinderrechter merkt daarnaast op dat zij ook tijdens het kindgesprek meerdere malen signalen heeft gezien van absences bij [minderjarige 1] . Op momenten dat er werd (door)gevraagd naar emotionele onderwerpen leek [minderjarige 1] emotioneel afwezig en zich af te sluiten. De kinderrechter vindt dit zeer zorgelijk.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.