ECLI:NL:RBDHA:2024:17817

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/669449 / HA ZA 24-581
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake niet betaalde facturen tussen ADVISEURS EN ACCOUNTS B.V. en meerdere gedaagden

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen ADVISEURS EN ACCOUNTS B.V. en de gedaagden, die niet verschenen zijn. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. van Leuveren, vorderde betaling van onbetaalde facturen voor verrichte werkzaamheden ter hoogte van € 63.780,34, plus wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, en hen in de proceskosten veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op € 4.517,14, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving. Indien de gedaagden niet tijdig aan de veroordelingen voldoen, zijn zij ook verplicht om extra nakosten te betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer: 669449 / HA ZA 24-581
Vonnis van 2 oktober 2024
in de zaak van
[bedrijf 1] ADVISEURS EN ACCOUNTS B.V.te Voorburg,
eiseres,
advocaat: mr. W. van Leuveren te Roelofarendsveen, tegen
[bedrijf 2] HOLDING B.V.te [vestigingsplaats] ,
DSS BEHEER B.V.te Enschede,
DSS SERVICE B.V.te Enschede,
DUTCH SOLAR SYSTEMS B.V.te Enschede,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 3 juni 2024 en 12 juni 2024, tegen de eerste roldatum van 17 juli 2024, met producties I tot en met 12;
  • de rolbeslissing van 24 juli 2024, waarbij tegen gedaagden verleende verstek is verleend.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de ingestelde vorderingen en de daartoe gestelde feiten verwijst de rechtbank, gelet op artikel 230 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kortheidshalve naar de aan dit verstekvonnis gehechte en gewaarmerkte kopie van de dagvaarding.
2.2.
Eiseres vordert betaling van facturen voor verrichte werkzaamheden tot een hoofdsom van € 63.780,34 en € 6.827,87 aan wettelijke handelsrente tot 1 juni 2024, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juni 2024. In zoverre komt het gevorderde de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
2.3.
Daarnaast vordert eiseres een bedrag van € 6.522,95 aan buitengerechtelijke incassokosten, onder verwijzing naar haar sommatiebrief van 17 mei 2024. In die brief wordt echter betaling van € 1.412,80 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd en € 6.522,95 aan wettelijke rente over de hoofdsom. Een bedrag van € 1.412,80 aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, welk bedrag in overeenstemming is met de wettelijke staffel voor buitengerechtelijke kosten. Over dergelijke kosten is uitsluitend de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) toewijsbaar.
2.4.
Gedaagden zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
  • dagvaardingen € 236,14
  • griffierecht € 2.889
  • salaris advocaat € 1.214 (1 punt x tarief IV)
  • nakosten
2.5.
De over de proceskosten gevorderde rente zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing opgenomen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 63.780,34 aan hoofdsom en € 6.827,87 aan wettelijke handelsrente ex artikel 6:1 19a BW tot I juni 2024, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf I juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening:
3.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om aan eiseres te betalen € 1.412,80 aan buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met de wettelijke rente vanaf I juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van eiseres van € 4.517, 14 te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde € 92 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag waarop de proceskosten volledig zijn betaald:
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad:
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.
Type: 3473