ECLI:NL:RBDHA:2024:17792
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 29 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Soedanese nationaliteit, heeft zijn aanvraag ingediend, maar de minister heeft deze afgewezen met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser voert aan dat er nog een lopende Dublin-procedure in Italië is, en dat hij daarom niet naar Frankrijk kan worden overgedragen. De rechtbank heeft op 22 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, en dat de aanvullende gronden van beroep te laat zijn ingediend. De rechtbank wijst erop dat de Dublinverordening bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan Frankrijk gedaan, dat is geaccepteerd. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er een asielaanvraag in Italië is gedaan, en de rechtbank kan zijn argumenten over de lopende procedure in Frankrijk niet volgen. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden heeft besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.