ECLI:NL:RBDHA:2024:17763

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
Nl24.38734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid België

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovács, had echter op 4 oktober 2024 besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, met als reden dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 oktober 2024 behandeld, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar de minister zich liet vertegenwoordigen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er op dezelfde dag ook een uitspraak zou worden gedaan in een andere zaak (NL24.38733) die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.38734
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. D. de Heuvel),

en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovács).

Procesverloop

Bij besluit van 4 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.38733, op 22 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met berichtgeving vooraf, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.38733, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.W.M. van de Wijdeven, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
29 oktober 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.