ECLI:NL:RBDHA:2024:17759

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.38761
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om schadevergoeding na niet-ontvankelijk verklaring beroep tegen verlenging van de maatregel van bewaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De minister van Asiel en Migratie had op 12 april 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Op 4 oktober 2024 werd een besluit tot verlenging van de bewaringstermijn genomen, waarbij de maatregel met maximaal 12 maanden werd verlengd, ingaande op 9 oktober 2024. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding.

De rechtbank heeft op 14 oktober 2024 de zaak behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.M. Seth Paul, heeft een afstandsverklaring getekend. De minister was vertegenwoordigd door S. Faddach. De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring op 8 oktober 2024 was opgeheven in verband met een asielaanvraag van eiser. Hierdoor had eiser geen procesbelang meer bij de beoordeling van het verlengingsbesluit, aangezien dit besluit nooit in werking is getreden. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 oktober 2024. Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking, voor zover het betreft het verlengingsbesluit. Voor het voortduren van de bewaring staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.38761
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. R.M. Seth Paul),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: S. Faddach).

Procesverloop

De minister heeft op 12 april 2024 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
Op 4 oktober 2024 heeft de minister een besluit tot verlenging van de bewaringstermijn genomen, waarin staat dat de maatregel van bewaring met ingang van 9 oktober 2024 met ten hoogste 12 maanden wordt verlengd (het verlengingsbesluit).
Eiser heeft tegen het verlengingsbesluit beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
De minister heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
De minister heeft op 8 oktober 2024 de maatregel van bewaring opgeheven in verband met een door eiser gedane asielaanvraag.
De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2024 op zitting behandeld. Eiser heeft een afstandsverklaring getekend en zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Algerijnse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1991.
Toetsingskader
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij
betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan. Via artikel 94, zevende lid, eerste volzin, van die wet geldt hetzelfde voor het verlengingsbesluit. Voor de verlenging van de maatregel van bewaring geldt verder op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw dat deze maatregel na afloop van zes maanden met maximaal nog eens twaalf maanden kan worden verlengd indien de verwijdering, alle redelijke inspanningen ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, omdat de vreemdeling niet meewerkt aan zijn verwijdering of de daarvoor benodigde documentatie uit derde landen nog ontbreekt.
Procesbelang?
3. De rechtbank overweegt als volgt. Op 4 oktober 2024 is met eiser een vertrekgesprek gevoerd waarin aan hem het verlengingsbesluit is meegedeeld en uitgereikt en (nogmaals) is aangegeven dat eiser op 7 oktober 2024 zal worden uitgezet. Verder is aan eiser uitgelegd dat als hij vertrekt zijn verlenging komt te vervallen. Eiser heeft daarop tijdens het gesprek kenbaar gemaakt dat hij een asielaanvraag wil doen.
4. In het aan eiser uitgereikte verlengingsbesluit is overwogen - en dit is door eiser ook niet betwist - dat eiser op 9 oktober 2024 zes maanden in vreemdelingenbewaring verblijft, en dat de minister aanleiding ziet de termijn van bewaring te verlengen met ingang van 9 oktober 2024. De maatregel van bewaring van eiser is vervolgens op 8 oktober 2024 opgeheven in verband met zijn asielaanvraag. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat eiser geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het verlengingsbesluit omdat dit besluit nooit is ingegaan. De rechtbank komt aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep daarom niet toe.

Conclusie

5. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt de zaak niet inhoudelijk. Eiser krijgt geen vergoeding voor zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van R.A. Oelen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 oktober 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan voor zover daarbij is beslist over het verlengingsbesluit hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.
Tegen deze uitspraak staat voor zover daarbij is beslist over het voortduren van de bewaring geen rechtsmiddel open.