Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster] , verzoekster,
Procesverloop
“De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, beperken of intrekken indien: a. de opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;”Artikel 6, eerste lid, van de RooO luidt: “
De opvang omvat in elk geval de volgende verstrekkingen: a. onderdak in opvangvoorzieningen die een toereikend huisvestingsniveau bieden.”Verweerder beoogt met zijn beslissing een concrete verstrekking (opvangvoorziening) te vervangen door een gelijkwaardige voorziening, terwijl de opvang (in brede zin) binnen de gemeente wordt gecontinueerd. Artikel 7, eerste lid, onder a, van de RooO lijkt daarentegen slechts toepasbaar indien de opvang (in brede zin) wordt beëindigd. Die beëindiging moet bovendien samenhangen met het “elders” voorhanden zijn van opvang (of onderdak), wat in geval van beëindiging van de opvang in brede zin lijkt te moeten worden opgevat als opvang dan wel onderdak in een andere gemeente. Bij deze uitleg berust de in bezwaar bestreden beslissing op een onjuiste grondslag.
“1. De burgemeester bepaalt in welke opvangvoorziening binnen de gemeente een ontheemde wordt geplaatst en is bevoegd een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen indien dit in het belang van de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht. 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, zorgt de burgemeester ervoor dat de eenheid van het gezin in de mate van het mogelijke en met instemming van de betrokken gezinsleden bewaard wordt.”Artikel 9 van de RooO regelt met deze bewoordingen uitdrukkelijk de plaatsing en overplaatsing van ontheemden en lijkt daarom hier van toepassing te zijn. De gedwongen verhuizing van verzoekster is immers niets anders dan een (her)plaatsing of overplaatsing. Genoemde bepalingen wijzen echter niet op een ongeclausuleerde bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, maar bestaat alleen in de in het tweede lid genoemde gevallen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat toepassing van deze bevoegdheid in dit geval niet aan de orde is.
Beslissing
- bepaalt dat de opvang van verzoekster in het kader van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne op het adres [adres 1] te [plaats 1] moet worden voortgezet tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- veroordeelt verweerder tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van
www.rechtspraak.nl.