ECLI:NL:RBDHA:2024:17695

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.34285
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in vreemdelingenbewaringzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 september 2024 uitspraak gedaan in een vreemdelingenbewaringzaak. Eiseres, die beweert de Belarussische nationaliteit te hebben, werd op 28 augustus 2024 door de minister van Asiel en Migratie in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank had een dossier aangemaakt en een zitting gepland op 9 september 2024, maar eiseres was niet aanwezig omdat zij op dat moment zou worden uitgezet naar Polen. De gemachtigde van eiseres had zich afgemeld en schriftelijk gronden ingediend.

Tijdens de zitting merkte de gemachtigde van de minister op dat er geen beroepschrift was geüpload, wat leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij niet bevoegd was om de zaak te behandelen, aangezien de gemachtigde geen beroep had ingesteld tegen de maatregel van bewaring die specifiek op eiseres van toepassing was. De rechtbank had abusievelijk een dossier aangemaakt en eiseres uitgenodigd voor de zitting, wat niet had moeten gebeuren.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten zich onbevoegd te verklaren in deze zaak. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk, en is openbaar gemaakt op 16 september 2024. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.34285
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. L.S. Hartog).

Inleiding

Op 28 augustus 2024 heeft de minister eiseres in vreemdelingenbewaring (bewaring) gesteld, op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
De rechtbank heeft een dossier aangemaakt voor de zaak van eiseres en heeft eiseres uitgenodigd voor een zitting.
De rechtbank heeft de zaak van eiseres op 9 september 2024 om 10.20 uur op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen. Eiseres was niet aanwezig, omdat zij op 9 september 2024 zal worden uitgezet naar Polen om 11.40 uur. De gemachtigde van eiseres heeft schriftelijk gronden ingediend en heeft zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

1. Eiseres stelt dat zij de Belarussische nationaliteit heeft en dat zij is geboren op [geboortedatum] 2005.
2. De rechtbank beantwoordt eerst de vraag of zij bevoegd is om over de zaak van eiseres te oordelen.
3. De gemachtigde van de minister heeft ter zitting opgemerkt dat er in de zaak van eiseres geen beroepschrift is geüpload en heeft zich primair op het standpunt gesteld dat het beroep daarom niet-ontvankelijk is.
4. De rechtbank volgt de minister hierin. Eiseres is samen met haar moeder en minderjarige zusje in bewaring gesteld, maar aan haar is een afzonderlijke maatregel van bewaring opgelegd. De gemachtigde heeft beroep ingesteld tegen de maatregel van
bewaring die is opgelegd aan de moeder en het minderjarige zusje van eiseres. Dat beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL24.34020. Uit het beroepschrift blijkt niet dat de gemachtigde ook beroep wilde instellen tegen de maatregel van bewaring die is opgelegd aan eiseres. De rechtbank heeft ook geen contact opgenomen met de gemachtigde om dit na te vragen. Wel heeft de rechtbank abusievelijk een dossier aangemaakt voor eiseres en haar ten onrechte uitgenodigd voor de zitting.
5. Het voorgaande betekent dat de rechtbank niet bevoegd is om kennis te nemen van de zaak van eiseres.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
16 september 2024

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.