ECLI:NL:RBDHA:2024:17687

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.34059
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. F. van de Kamp, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-regelgeving.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 september 2024 behandeld, maar de gemachtigde van de verzoeker heeft zich afgemeld voor de zitting. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak (NL24.34058), waarin de rechtbank al had geoordeeld over het beroep van de verzoeker. Aangezien er al een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.34059
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. D. de Vries),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de minister
(gemachtigde: mr. F. van de Kamp).

Inleiding

1. Bij besluit van 30 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.34058, op 17 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen. Verzoeker en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.34058, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Blok, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.
S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
23 september 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.