ECLI:NL:RBDHA:2024:17679

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.36459
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Kroatië

Op 30 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen de Minister van Asiel en Migratie en verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bulthuis. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De minister had op 17 september 2024 besloten om de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 8 oktober 2024, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De rechtbank heeft op basis van een bericht van verzoeker van 29 oktober 2024 besloten het onderzoek in de beroepszaak te heropenen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Kroatië totdat er een beslissing is genomen op het beroep.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.750,00. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: NL24.36459
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , [A] en [B], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker
(gemachtigde: mr. M.K. Bulthuis),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 17 september 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep (zaak NL24.36458) ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak in beroep NL24.36458, op 8 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen J. Matti . De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft naar aanleiding van het bericht van eiser, met bijlage, van 29 oktober 2024 reden gezien om het onderzoek in de zaak in beroep NL24.36458 te heropenen op grond van artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De voorzieningenrechter wijst om die reden het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorst het bestreden besluit en bepaalt dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Kroatië totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
3. De voorzieningenrechter veroordeelt de minister in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Kroatië totdat is beslist op het beroep;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.750,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
R.A. Oelen, griffier.
De uitspraak zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl en is uitgesproken en bekendgemaakt op:
30 oktober 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.