ECLI:NL:RBDHA:2024:17617
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering tot compensatie van afgeloste schulden in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de weigering van de minister van Financiën om de reeds afgeloste schulden van eiseres te compenseren. Eiseres, die als gedupeerde ouder is aangemerkt in de toeslagenaffaire, had in een eerder besluit van de Dienst Toeslagen op 19 april 2023 een verzoek ingediend voor compensatie van haar afgeloste schulden. Dit verzoek werd gedeeltelijk afgewezen, wat leidde tot een bezwaarschrift en uiteindelijk tot deze rechtszaak.
De rechtbank heeft op 26 september 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiseres had haar schulden bij verschillende partijen afgelost en verzocht om compensatie daarvan. De rechtbank constateert dat de Dienst Toeslagen in het primaire besluit slechts een deel van de afgeloste schulden heeft erkend en dat de facturen van 4EverLife niet zijn meegenomen in de beoordeling, omdat deze niet waren ingediend bij de uitvoeringsorganisatie Sociale Banken Nederland (SBN).
De rechtbank oordeelt dat de weigering van de minister van Financiën om de facturen van 4EverLife te compenseren terecht is, omdat deze facturen niet deel uitmaken van het ingediende verzoek. Eiseres had de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen voor deze facturen, maar dit was niet gebeurd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op compensatie van de afgeloste schulden die niet in het verzoek zijn opgenomen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.