4.1.Verder voert eiser aan dat de beoordeling van het non-refoulementbeginsel een andere is dan de geloofwaardigheidsbeoordeling van het asielrelaas. Ten aanzien van het risico op schending van artikel 3 EVRMof 4 Handvest moet eiser het voordeel van de twijfel gegund worden bij het ontbreken van documenten.Verweerder kan daarom niet naar de geloofwaardigheidsbeoordeling van het asielrelaas verwijzen ten aanzien van het risico op schending van artikel 3 EVRM of 4 Handvest. Daarnaast heeft eiser de laatste keer slechts vier dagen in Syrië kunnen verblijven. Ook heeft verweerder de individuele omstandigheden niet bezien tegen de achtergrond van de algemene veiligheidssituatie. Verder vindt eiser dat verweerder de aanvraag niet als kennelijk had kunnen afdoen. Eiser vindt dat hij niet inconsequent en tegenstrijdig heeft verklaard. Nu eiser een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Syrië en de Verenigde Arabische Emiraten in het algemeen niet aanmerkt als veilig land, had verweerder geen terugkeerbesluit en inreisverbod mogen opleggen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Problemen met regime en milities
5. Ter zitting heeft verweerder aangegeven niet langer tegen te werpen dat eiser niet heeft onderbouwd dat hij uit Suweida komt. Naar het oordeel van de rechtbank is er daarom sprake van een motiveringsgebrek in het bestreden besluit. De rechtbank zal dit gebrek passeren op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat eiser niet door dit gebrek is benadeeld. De overige tegenwerpingen zijn namelijk voldoende om het besluit te dragen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
6. Verweerder heeft in redelijkheid aan eiser kunnen tegenwerpen dat uit het feit dat hij tweemaal vrijwillig is teruggekeerd naar Syrië afbreuk doet aan de gestelde vrees voor de milities. Eiser heeft zijn problemen met de milities ook niet met documenten onderbouwd. Daarbij is ook van belang dat eiser in maart 2024 ongeveer voor een maand is teruggekeerd en daardoor een aanzienlijk risico zou hebben gelopen. De stelling dat dit een medische noodzakelijke reis was omdat de benodigde medische behandeling in de VAE te duur zou zijn, heeft verweerder in redelijkheid niet hoeven volgen. Eiser heeft dit niet onderbouwd en bovendien is een gekneusde enkel niet van dien ernstige aard dat verweerder de vrijwillige terugkeer niet mocht tegenwerpen. Verder is van belang dat eiser voor het laatst in 2019 te maken had met een (gestelde) poging tot ontvoering, dat eiser in januari 2023 Syrië heeft verlaten en dat in de tussentijd geen verdere pogingen zijn ondernomen. Ook heeft eiser nog contact met zijn ouders, maar informeert hij niet naar het gevaar dat hij in Syrië stelt te lopen.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder ook dit element op goede gronden ongeloofwaardig mogen achten. Redengevend daarvoor is dat eiser een paspoort heeft met een geldigheidsduur van zes jaar en dat uit landeninformatie blijkt dat een dergelijk paspoort alleen wordt uitgegeven als iemand de dienstplicht heeft vervuld of definitief is vrijgesteld. Eiser heeft geen concrete punten aangedragen die aanleiding moeten geven om te twijfelen over de juistheid van deze landeninformatie. De rechtbank acht ook van belang dat het paspoort echt is bevonden en dat eiser, gelet op de reisstempels, hiermee legaal heeft kunnen in- en uitreizen. Daarnaast is eisers stelling dat hij smeergeld heeft betaald voor een zesjarig paspoort geenszins onderbouwd.
8. Verder is eiser in 2007 achttien jaar geworden en is hij in het academisch jaar 2014/2015 gaan studeren. Er is dus een periode van zeven jaar waarin eiser de dienstplicht heeft kunnen vervullen. Daarnaast heeft eiser de beschikking (gehad) over een militair boekje waaruit zou kunnen blijken of hij wel of niet de dienstplicht heeft vervuld. Dat eiser dit boekje is kwijtgeraakt en geen kopieën kan overleggen komt voor eigen rekening en risico.
Reëel risico op ernstige schade
9. Verder oordeelt de rechtbank dat verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat eiser geen reëel risico op ernstige schade loopt. Anders dan eiser stelt, heeft verweerder het risico op ernstige schade beoordeeld in het licht van eisers persoonlijke omstandigheden. Verweerder heeft daarbij mogen meewegen dat de gestelde problemen met de milities lang geleden zijn. Verder is het beleid van verweerder niet onredelijk. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser tot twee keer toe is teruggereisd zonder problemen te hebben ondervonden aan de grens of in zijn verblijfplaats. Eiser heeft immers zelf ook aangegeven dat hij beide keren legaal is in en uitgereisd.Niet gebleken is dat eiser niet weer zonder problemen terug zou kunnen reizen. Eisers stelling dat hij, via de taxichauffeur, smeergeld heeft moeten betalen bij de controleposten is niet onderbouwd. Bovendien heeft eiser ter zitting niet ontkend dat de in- en uitreizen door het betalen van smeergeld wel legaal zijn geweest. Eiser heeft enkel aangegeven dat de controles door het betalen van smeergeld minder grondig waren dan gebruikelijk. Verder heeft verweerder van belang mogen achten dat de terugkeer zonder goede of noodzakelijke reden was. Eiser had immers ook geld kunnen lenen om in de Verenigde Arabische Emiraten zijn enkel te kunnen laten onderzoeken door een dokter. De door eiser overgelegde rapporten doen aan het voorgaande niet af, omdat deze niet zijn toegespitst op de situatie van eiser en uit eisers individuele feiten en omstandigheden blijkt dat hij wel zonder problemen terug kan reizen. Ook de door eiser overgelegde verklaring van zijn vader en het justitieel uittreksel leidt niet tot een ander oordeel, nu hieruit niet blijkt waarom eiser gezocht wordt en eiser ook niet heeft kunnen aangeven waarom hij gezocht zou worden.
10. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat hij mede wordt gezocht omdat zijn vader vroeger politieke activiteiten heeft verricht. De rechtbank overweegt dat verweerder in het voornemen, dat deel uitmaakt van het bestreden besluit, op goede gronden heeft geoordeeld dat eiser op grond hierdoor geen reëel risico op ernstige schade loopt. Daarbij is van belang dat verweerder terecht stelt dat de vroegere politieke rol van eisers vader geen aanleiding heeft gegeven tot problemen en dat het evenmin de reden was dat eiser het land verliet.Ook heeft verweerder terecht geconcludeerd dat er geen indicaties zijn dat eiser door zijn vaders vroegere politieke rol nu wel problemen zou ondervinden. In de zienswijze en beroepsgronden zijn hiertegen geen gronden aangevoerd. Ook op zitting heeft eiser niet concreet gemaakt dat de vroegere politieke activiteiten van zijn vader maken dat hij nu een reëel risico op ernstige schade loopt bij terugkeer naar Syrië.
11. Ten aanzien van hetgeen eiser heeft aangevoerd omtrent artikel 3 van het EVRM en artikel 4 Handvest overweegt de rechtbank dat verweerder uitgebreid heeft gekeken naar de vraag of eiser een behandeling wacht die in strijd is met artikel 3 EVRM en artikel 4 Handvest. Het moet hierbij gaan om een reëel en voorzienbaar risico. De vrees moet, met andere woorden, aannemelijk worden gemaakt. Zoals hiervoor al is overwogen, heeft verweerder kunnen concluderen dat eiser daarin niet is geslaagd. Voor het oordeel dat eiser het voordeel van de twijfel moet worden gegund, heeft verweerder dan ook geen aanleiding hoeven vinden.
12. De rechtbank oordeelt verder dat verweerder de aanvraag op goede gronden heeft mogen afdoen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, Vw. Daarbij is van belang dat eiser zijn verblijfsdocument van de Verenigde Arabische Emiraten heeft. Dit document had een negatieve invloed op de beslissing kunnen hebben omdat verweerder dan zelf had kunnen vaststellen of er sprake was van een veilig derde land. Daarnaast heeft eiser zijn valse Roemeense paspoort vernietigd. Verweerder heeft nu niet meer kunnen vaststellen of het daadwerkelijk vals was en evenmin kan het vernietigde document nu bijdragen aan de vaststelling van eisers reisgedrag. Dit had een negatieve invloed kunnen hebben op de beslissing.
13. Nu verweerder op goede gronden de asielaanvraag heeft mogen afwijzen als kennelijk ongegrond heeft hij ook een terugkeerbesluit naar Syrië mogen opleggen. Omdat eiser naar eigen zeggen ook een verblijfsrecht heeft in de Verenigde Arabische Emiraten dat geldig is tot eind 2024 heeft verweerder ook dat land aan mogen merken als veilig derde landen een inreisverbod mogen opleggen.