Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
Inleiding
Waar gaat deze zaak over?
special forces. Eiser is getraind als sluipschutter. In mei 2011 en tussen juni en september 2011 heeft eiser deelgenomen aan huiszoekingen, waarbij hij op zoek moest naar verborgen wapens of terroristen. Eerst is eiser in mei 2011 met zijn eenheid ingezet in Baniyas. Daarna is eiser ingezet in Homs bij huiszoekingsoperaties waarbij ook de veiligheidsdiensten waren betrokken. Als een huis door het leger was veiliggesteld, traden de veiligheidsdiensten binnen en voerden zij een controle uit. In juni 2011 heeft eiser verlof gehad. Na zijn verlof is hij onder meer in Ar-Rastan ingezet bij huiszoekingen. In september 2011 is eiser gewond geraakt. Na een herstelperiode is hij in september 2012 afgezwaaid uit het leger.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Beoordelingskader
De bepalingen van dit Verdrag zijn niet van toepassing op een persoon ten aanzien van wie er ernstige redenen zijn om te veronderstellen, dat:
Om te bepalen of de vreemdeling verantwoordelijk kan worden gehouden voor misdrijven en daden als bedoeld in artikel 1(F) Vluchtelingenverdrag, onderzoekt de IND of de vreemdeling weet heeft gehad of had behoren te hebben van het plegen van het betreffende misdrijf (knowing participation) en of hij op enige wijze hieraan persoonlijk heeft deelgenomen (personal participation).”
knowing participationis volgens het beleid van verweerder in ieder geval sprake als de vreemdeling heeft gewerkt bij een organisatie waarvan de IND heeft aangetoond dat deze zich op systematische en/of op grote schaal schuldig heeft gemaakt aan misdrijven die genoemd worden in artikel 1(F), of wanneer de vreemdeling deel heeft genomen aan handelingen waarvan hij wist of had moeten weten dat het dergelijke misdrijven betrof.
personal participationis volgens het beleid van verweerder onder meer sprake als de vreemdeling een misdrijf als bedoeld in artikel 1(F) heeft gefaciliteerd doordat het handelen en/of nalaten van de vreemdeling in wezenlijke mate heeft bijgedragen aan het betreffende misdrijf. Daarvan kan worden gesproken als de bijdrage een effect heeft gehad op het begaan van het misdrijf en deze hoogstwaarschijnlijk niet op dezelfde wijze had plaatsgevonden als niemand de rol van de vreemdeling had vervuld of als de vreemdeling gebruik had gemaakt van de mogelijkheden om het misdrijf tegen te houden.
knowing participationaangenomen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.