Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J.J. Jansen, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 5 september 2024, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.34852) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.