ECLI:NL:RBDHA:2024:17448

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.35450 en NL24.35453
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot Nederlanderschap en Dublinverordening

Op 25 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.35450 en NL24.35453, waarin verzoeksters, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, een voorlopige voorziening vroegen in het kader van hun asielaanvragen. De minister van Asiel en Migratie had op 10 september 2024 besloten om de asielaanvragen van verzoeksters niet in behandeling te nemen, omdat Portugal verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Verzoeksters hebben hiertegen beroep ingesteld en vroegen om een voorlopige voorziening, omdat de overdracht aan Portugal voor 24 november 2024 dreigde te plaatsvinden.

De voorzieningenrechter heeft op 23 oktober 2024 de verzoeken behandeld en vastgesteld dat de beroepen mogelijk niet tijdig kunnen worden afgehandeld binnen de overdrachtstermijn. Verzoeksters stelden dat één van hen aanspraak maakt op het Nederlanderschap, wat gevolgen kan hebben voor de overdracht aan Portugal. De voorzieningenrechter heeft besloten om de verzoeken om voorlopige voorziening toe te wijzen, de bestreden besluiten te schorsen en te bepalen dat verzoeksters niet mogen worden overgedragen aan Portugal totdat op de beroepen is beslist. De minister heeft zich niet verzet tegen deze toewijzing.

De voorzieningenrechter heeft echter geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat de minister zich gemotiveerd had verzet en verzoeksters hiermee instemden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.35450 en NL24.35453

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], V-nummer: [nummer 1], en

[naam 2], V-nummer: [nummer 2], verzoeksters
(gemachtigde: mr. M.R. van der Pol),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. M. Dalhuisen).

Procesverloop

Bij besluiten van 10 september 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de asielaanvragen van verzoeksters niet in behandeling genomen op de grond dat Portugal verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster hebben tegen de bestreden besluiten afzonderlijk beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De beroepen zijn geregistreerd onder zaaknummers NL24.35449 en NL24.35452.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 23 oktober 2024 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed dat gelet op de betrokken belangen vereist.
2. De asielaanvragen van verzoeksters zijn niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat een andere lidstaat daarvoor verantwoordelijk is zoals bedoeld in de Dublinverordening. Deze verordening stelt een termijn waarbinnen in een geval als dit de aanvrager dient te worden overgedragen aan de ontvangende lidstaat. In de zaken van verzoeksters is deze uiterste overdrachtsdatum 24 november 2024.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat de beroepen van verzoeksters mogelijk niet kunnen worden afgehandeld binnen deze overdrachtstermijn, nu bij de behandeling van de beroepen op de zitting van 23 oktober 2024 is beslist tot aanhouding van die behandeling in afwachting van aanvullende informatie. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter dat verzoeksters menen dat [naam 2] aanspraak maakt op het Nederlanderschap en dat zij daartoe een aanvraag om een Nederlands paspoort heeft ingediend. De uitkomst van de beoordeling hiervan is mogelijk verstrekkend omdat iemand die de Nederlandse nationaliteit heeft niet op grond van de Dublinverordening aan een andere lidstaat kan worden overgedragen. Daarom dient die beoordeling naar het oordeel van de voorzieningenrechter in beginsel te worden afgewacht. Om te voorkomen dat verzoeksters aan Portugal worden overgedragen voordat op de beroepen is beslist, zal de voorzieningenrechter de gevraagde voorzieningen treffen. De minister heeft ter zitting, in het licht van aanhouding van de samenhangende beroepen, te kennen gegeven zich niet te verzetten tegen toewijzing van de verzoeken om een voorlopige voorziening.
4. De voorzieningenrechter zal om die reden, na afweging van de betrokken belangen, de verzoeken om voorlopige voorziening toewijzen, de bestreden besluiten schorsen en bepalen dat verzoeksters niet mogen worden overgedragen aan Portugal totdat op de beroepen tegen de bestreden besluiten is beslist.
5. Hoewel de voorzieningenrechter de verzoeken toewijst, veroordeelt hij de minister niet in de proceskosten. De minister heeft zich hiertegen gemotiveerd verzet en verzoeksters hebben hiermee ter zitting van 23 oktober 2024 ingestemd. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat de bestreden besluiten worden geschorst en dat verzoeksters niet mogen worden overgedragen aan Portugal totdat is beslist op de beroepen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.P. Eckert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.