ECLI:NL:RBDHA:2024:17438

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.26506
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe elementen

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 22 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, van Sierra Leoonse nationaliteit, had op 11 juni 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie verklaarde deze aanvraag op 27 juni 2024 niet-ontvankelijk, omdat eiseres geen nieuwe elementen of bevindingen had aangevoerd die relevant konden zijn voor de beoordeling van haar opvolgende asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 13 september 2024 behandeld.

De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de aanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiseres had eerder asielaanvragen ingediend in 2001, 2003, 2018, 2021 en 2022, die niet tot een asielvergunning hebben geleid. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft gepresenteerd die haar aanvraag zouden kunnen rechtvaardigen. De enkele stelling van eiseres dat zij de Sierra Leoonse nationaliteit heeft, zonder onderbouwing met documenten, wordt niet als nieuw element beschouwd. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Nigeria als land van terugkeer voor eiseres wordt aangemerkt.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.26506
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres, V-nummer: [V nummer] ,

(gemachtigde: mr. H.A. Limonard), en
de Minister van Asiel en Migratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister,
(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 11 juni 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 27 juni 2024 deze aanvraag in de algemene procedure niet- ontvankelijk verklaard.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen, op 13 september 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en A. Kebe als tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het besluit van de minister om de asielaanvraag niet- ontvankelijk te verklaren. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het verloop van de procedure
4. Eiseres stelt van Sierra Leoonse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1998. Eiseres heeft eerder, in 2001, 2003, 2018, 2021 en 2022 asielaanvragen ingediend die niet hebben geleid tot verlening van een asielvergunning. Op 2 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) geoordeeld dat – kort samengevat – eiseres kan worden verplicht om terug te keren naar Nigeria. Ook heeft eiseres op 27 juli
2022 een aanvraag op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) ingediend. Deze aanvraag is afgewezen en het hier tegen ingestelde beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard.
4.1.
De minister heeft de onderhavige asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard omdat sprake is van een opvolgende aanvraag waarin geen nieuwe elementen of bevindingen aan de orde zijn gekomen die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de aanvraag. De minister heeft hiermee toepassing gegeven aan artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw.
Het asielrelaas
5. Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij niet terug kan keren naar Nigeria. Zij stelt dat zij niet de Nigeriaanse nationaliteit heeft, maar de Sierra Leoonse nationaliteit. Op het moment dat zij de verklaring aflegde de Nigeriaanse nationaliteit te hebben was zij ziek. Eiseres kampt met medische problematiek; zij heeft eerder in het Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht verbleven. Verder geeft eiseres aan dat zij drie kinderen heeft waarvan de vader de Sierra Leoonse nationaliteit heeft. Haar vierde kind heeft een vader met de Nigeriaanse nationaliteit. Zij heeft verder ter zitting toegelicht al 23 jaar in Nederland te verblijven.
Het oordeel van de rechtbank
6. Artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw moet zo worden uitgelegd dat het begrip ‘nieuwe elementen of bevindingen’ de elementen of bevindingen omvat die zich hebben voorgedaan na de definitieve beëindiging van de vorige asielprocedure, en ook de elementen of bevindingen die al bestonden vóór de beëindiging van die procedure maar waarop eiseres zich niet heeft beroepen. Dit volgt uit het arrest X.Y. van het Hof van Justitie van de Europese Unie.1
6.1.
De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiseres geen nieuwe elementen of bevindingen heeft aangevoerd die relevant kunnen zijn bij de beoordeling van deze opvolgende asielaanvraag. De minister heeft terecht de conclusie getrokken dat de enkele stelling van eiseres dat zij de Sierra Leoonse nationaliteit heeft, zonder haar stelling te onderbouwen met (identiteits)documenten, geen nieuw element of bevinding is als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw. De minister heeft terecht gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 2 mei 20232 waarin is bepaald dat Nigeria als land van terugkeer voor eiseres wordt aangemerkt. Deze uitspraak staat in rechte vast. Verder heeft de minister in het voornemen toegelicht dat uit artikel 6.1e, eerste lid, juncto 2, van het Vreemdelingenbesluit 2000 volgt dat bij een herhaalde asielaanvraag niet wordt beoordeeld of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of uitstel van vertrek op medische gronden.
7. Het beroep is ongegrond.
1. Arrest van 9 september 2021, ECLI:EU:C:2021:710.

Conclusie en gevolgen

8. De minister heeft de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
22 oktober 2024

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.