ECLI:NL:RBDHA:2024:17438
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe elementen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 22 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, van Sierra Leoonse nationaliteit, had op 11 juni 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie verklaarde deze aanvraag op 27 juni 2024 niet-ontvankelijk, omdat eiseres geen nieuwe elementen of bevindingen had aangevoerd die relevant konden zijn voor de beoordeling van haar opvolgende asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 13 september 2024 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de minister terecht de aanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiseres had eerder asielaanvragen ingediend in 2001, 2003, 2018, 2021 en 2022, die niet tot een asielvergunning hebben geleid. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft gepresenteerd die haar aanvraag zouden kunnen rechtvaardigen. De enkele stelling van eiseres dat zij de Sierra Leoonse nationaliteit heeft, zonder onderbouwing met documenten, wordt niet als nieuw element beschouwd. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Nigeria als land van terugkeer voor eiseres wordt aangemerkt.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.