Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij aan de eiser de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser, een Tunesische nationaliteit hebbende, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van eiser, die zich niet aan de voorgeschreven procedures heeft gehouden en eerder met onbekende bestemming is vertrokken. Eiser heeft betoogd dat de bewaring niet noodzakelijk was, omdat verweerder bekend was met zijn identiteit uit eerdere procedures en hij voldoende meewerkte. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gronden voor de bewaring, met name het risico op onttrekking aan het toezicht, voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft de zware gronden die aan de maatregel ten grondslag lagen, zoals het niet beschikken over een geldig identiteitsdocument bij binnenkomst in Nederland, als feitelijk juist beoordeeld. Eiser's verzoek om een lichter middel werd afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat de bewaring niet onevenredig zwaar was. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.