Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige], V-nummer: [V nummer 2] (gemachtigde: mr. M.J.A. Rinkes),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een minderjarige uit de Democratische Republiek Congo, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag echter bij besluit van 23 juli 2024 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 september 2024 behandeld, maar verzoekster was niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er reeds een uitspraak was gedaan in de beroepszaak met zaaknummer NL24.29957, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 september 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.