ECLI:NL:RBDHA:2024:17286

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.29958
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, een minderjarige uit de Democratische Republiek Congo, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag echter bij besluit van 23 juli 2024 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 september 2024 behandeld, maar verzoekster was niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er reeds een uitspraak was gedaan in de beroepszaak met zaaknummer NL24.29957, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 september 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.29958
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster] alias [alias], V-nummer: [V nummer 1] , verzoekster, en haar minderjarige dochter
[minderjarige], V-nummer: [V nummer 2] (gemachtigde: mr. M.J.A. Rinkes),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. R. Wouters).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.29957, op 18 september 2024 op zitting behandeld. Verzoekster is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt van burger te zijn van de Democratische Republiek Congo (DRC) en de Congolese nationaliteit te bezitten en te zijn geboren op [geboortedatum] 1999.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.29957, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.I. van Meel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk - Salomons, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 september 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.