ECLI:NL:RBDHA:2024:17218

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.27930
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor verblijf bij zijn referent. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 10 juli 2024 het beroep ingesteld. Op 17 oktober 2024 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in een andere zaak met betrekking tot dezelfde aanvraag, waarbij het beroep gegrond werd verklaard en de verweerder een nadere beslistermijn werd opgelegd. Hierdoor heeft eiser geen belang meer bij het onderhavige beroep, dat het kenmerk NL24.27930 draagt. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door rechter mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier A.A.M. Mangroe, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, waarbij een verzetschrift binnen zes weken na verzending ingediend moet worden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27930

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor verblijf bij [referent] (referent).
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser heeft op 10 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. Op 17 oktober 2024 heeft de rechtbank op het beroep met kenmerk NL24.27926 uitspraak gedaan. Nu de uitspraak van 17 oktober 2024 op dezelfde aanvraag ziet en de rechtbank dat beroep gegrond heeft verklaard en aan verweerder een nadere beslistermijn heeft opgelegd, heeft eiser geen belang meer bij onderhavig beroep met kenmerk NL24.27930. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 17 oktober 2024 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van A.A.M. Mangroe, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.