ECLI:NL:RBDHA:2024:17178
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens procedurele beslissing en gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid
Op 22 oktober 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die op 26 september 2024 een verzoek tot wraking indiende tegen mr. D. Jongsma, rechter in de hoofdzaak. Het wrakingsverzoek was ingediend in het kader van een procedure tussen Infomedics B.V. als eiseres en verzoekster als gedaagde. Verzoekster stelde dat haar zaak op dezelfde datum en tijd was gepland als een niet-gerelateerde zaak van een andere verweerder, wat haar in het nadeel zou brengen. Ze voerde aan dat de rechter niet op haar verzoeken had gereageerd en dat de gang van zaken haar recht op een eerlijk proces zou schaden.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen staat niet toe dat een procedurele beslissing, zoals het gelijktijdig plannen van zaken, als grond voor wraking kan dienen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen en werd bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.