ECLI:NL:RBDHA:2024:17121

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/667382 / FA RK 24-3979
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling voor minderjarige na verzoek via informele rechtsingang

In deze zaak heeft een minderjarige, via een informele rechtsingang, verzocht om wijziging van de zorgregeling met betrekking tot haar verblijf bij de ouders. De minderjarige, die bij de vader woont, wenst minder vaak naar haar moeder te gaan, omdat de communicatie tussen de ouders niet goed verloopt en zij meer rust nodig heeft om zich te concentreren op school. De rechtbank heeft op 22 oktober 2024 de beschikking gegeven, waarin het verzoek van de minderjarige is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de zorgregeling moet worden aangepast, zodat de minderjarige eens in de drie weken van vrijdag uit school tot zondagavond bij de moeder verblijft. De rechtbank benadrukt dat het in het belang van de minderjarige is om meer rust te krijgen, vooral gezien de eerdere procedures die de ouders hebben gevoerd, die een negatieve impact op haar schoolresultaten hebben gehad. De ouders zijn beide gehoord en de rechtbank heeft de zorgen van de moeder over de communicatie en de psychologische hulp voor de minderjarige meegewogen. De rechtbank heeft ook een brief aan de minderjarige gestuurd om de beslissing uit te leggen, waarin de rechtbank de minderjarige aanmoedigt om haar opleiding goed af te maken en haar toekomst positief tegemoet te zien.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-3979
Zaaknummer: C/09/667382
Datum beschikking: 22 oktober 2024

Informele rechtsingang ex 1:377g BW

Beschikkingop de op 4 juni 2024 ingekomen brief met het verzoek van de minderjarige:

[de minderjarige] ,

de minderjarige,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Als belanghebbende worden aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
zonder advocaat,
en

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
zonder advocaat.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de brief van [de minderjarige] van 4 juni 2024.
Op 25 juni 2024 heeft [de minderjarige] haar brief nader toegelicht in een gesprek met een kinderrechter, mr. W.J. Don.
Op 24 september 2024 is de zaak op een zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader met zijn advocaat;
  • de moeder met haar advocaat;
  • [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (De Raad.)

Feiten

  • De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
  • Zij zijn de ouders van het volgende nu nog minderjarige kind:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] .
  • De ouders hebben samen het gezag (bij beschikking) sedert 12 juni
  • Bij beschikking van 6 oktober 2021 van deze rechtbank is de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] met ingang van 1 oktober 2021 bij de vader bepaald.
  • Bij beschikking van 22 maart 2022 van deze rechtbank is bepaald:
- dat [de minderjarige] bij de moeder zal verblijven:
- in twee van de drie weken: van donderdag uit de speltherapie (dan wel school als er in een van die weken geen afspraak bij de speltherapie plaatsvindt) tot maandagochtend naar school;
- in derde week (de week voorafgaand aan het weekend dat [de minderjarige] bij vader is): van donderdag uit school tot vrijdagochtend naar school.
- dat de schoolvakanties tussen de ouders bij helfte worden verdeeld, met uitzondering van de één-weeks schoolvakanties, tijdens die vakanties verblijft [de minderjarige] bij de moeder
- dat als [de minderjarige] volgens de verdeling van de schoolvakanties bij de aanvang van die vakantie bij een andere ouder verblijft dan waar zij volgens de reguliere zorgregeling zou verblijven, geldt dat die ouder bij wie zij volgens de reguliere zorgregeling verblijft ervoor zorgt dat [de minderjarige] naar de andere ouder wordt gebracht waarbij voor het wisselmoment wordt aangesloten bij de tijdstippen die aansluiten op het brengen naar of ophalen van school.

Informele rechtsingang

[de minderjarige] verzoekt via de informele rechtsingang om wijziging van de zorgregeling, in die zin dat zij elke doordeweekse dag bij de vader verblijft en eens in de drie weken in het weekend bij de moeder verblijft.

Beoordeling

Deze zaak betreft een zogeheten "informele rechtsingang". Die informele rechtsingang biedt kinderen ouder dan twaalf jaar of soms nog jonger de mogelijkheid om zich op een informele wijze tot de rechtbank te wenden. Dat kan bijvoorbeeld met een e-mail of een brief. De rechtbank kan op de aanvraag van een kind, nadat de aanvraag is behandeld en alle belanghebbenden erop zijn gehoord, ambtshalve een beslissing nemen. Een kind kan alleen gebruik maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald. Op grond van artikel 1:253a vierde lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:377g BW kan een kind als de ouders samen het gezag uitoefenen vragen om de wijziging van de zorgregeling.
[de minderjarige] heeft in haar brief en tijdens het gesprek met de kinderrechter – samengevat weergegeven – dat zij wenst dat de zorgregeling wordt gewijzigd in die zin dat de keuze bij haar wordt gelaten wanneer zij bij de moeder verblijft waarbij zij de concrete tijden van te voren door zal geven aan de moeder. Zij heeft er behoefte aan om een pauze te kunnen nemen in het contact met haar moeder wanneer het contact tussen hen niet goed verloopt. [de minderjarige] wil vaker bij de vader zijn omdat zij haar activiteiten en vrienden in [plaatsnaam 1] heeft bij haar vader. Haar moeder woont in [plaatsnaam 2] .
Op de zitting heeft de rechter gesproken met beide ouders.
Standpunt van de moeder
De moeder is van mening dat het voornaamste probleem het gebrek aan communicatie tussen de ouders betreft. Hoewel het aan de ouders is om dit op te lossen ervaart de moeder dat zij het alleen moet oplossen. De moeder ziet dat [de minderjarige] het zwaar heeft en zij stelt dat [de minderjarige] (psychologische) hulp nodig heeft. De vader deelt dit standpunt echter niet. Doordat toestemming van beide ouders nodig is om [de minderjarige] de hulp te bieden die zij nodig heeft, heeft zij nog geen hulp zoals bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding gekregen. De moeder is het niet eens met een vermindering van de zorgregeling. Als de moeder en [de minderjarige] met elkaar communiceren gaat het goed tussen hen. Daarnaast vindt de moeder het schadelijk om [de minderjarige] zelf te laten beslissen wanneer ze bij de vader dan wel de moeder verblijft.
Standpunt van de vader
De vader heeft verklaard dat de brief via de informele rechtsingang rust heeft gegeven aan [de minderjarige] . De brief heeft [de minderjarige] zelf in kladversie geschreven en de vader heeft haar brief overgetypt waarbij hij de spelfouten heeft laten staan. Wat de inhoud van de brief van [de minderjarige] betreft heeft de vader daar geen invloed op gehad. Op dit moment is [de minderjarige] doorgestroomd naar de mavo en daarin heeft zij zich berust. [de minderjarige] is gemotiveerd om na de mavo haar havodiploma te behalen. Waar [de minderjarige] vooral behoefte aan heeft is rust en van belang is dat zij dat krijgt en behoudt. Als [de minderjarige] naar de moeder wenst te gaan zal de vader haar daarvoor de ruimte bieden en haar niet tegenhouden.
Standpunt van de vertegenwoordiger van de Raad voor de kinderbescherming
Op de zitting heeft de Raad voorgesteld de zorgregeling te wijzigen in die zin dat [de minderjarige] twee weekenden per maand bij de moeder verblijft en, indien [de minderjarige] dat wenst meer bij de moeder kan verblijven. Ook heeft de Raad benadrukt dat het belangrijk is om de beslissing van de rechtbank in een brief aan [de minderjarige] uit te leggen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de zorgregeling veranderd moet worden. Zowel uit het gesprek met [de minderjarige] als hetgeen door de vader naar voren is gebracht op de zitting, maakt de rechtbank op dat het in het belang van [de minderjarige] is dat zij meer rust krijgt. De afgelopen jaren zijn de ouders verwikkeld geweest in verschillende procedures waar [de minderjarige] last van heeft gehad. De schoolresultaten van [de minderjarige] zijn in de afgelopen periode verminderd en belangrijk is dat [de minderjarige] de rust krijgt om zich in het nieuwe schooljaar te kunnen concentreren op school. Hoewel de rechtbank begrijpt dat [de minderjarige] zelf de keuze wenst te kunnen maken wanneer zij naar de moeder gaat zal de rechtbank wel een zorgregeling vaststellen. De rechtbank overweegt met inachtneming van de wens van [de minderjarige] dat de zorgregeling wordt gewijzigd in die zin dat [de minderjarige] een weekend per drie weken van vrijdag uit school tot zondagavond bij de moeder verblijft. Buiten deze regeling staat het [de minderjarige] vrij, indien zij dat wenst, om in overleg met de moeder naar de moeder te gaan. De vader heeft op de zitting beloofd dat hij [de minderjarige] daarvoor de ruimte zal bieden. De regeling ten aanzien van de vakanties zal de rechtbank niet wijzigen.
Brief aan [de minderjarige]
De rechter heeft in een aparte brief aan [de minderjarige] de beslissing uitgelegd. Hieronder volgt de tekst van die brief, zodat beide ouders weten welke boodschap [de minderjarige] heeft ontvangen.
Beste [de minderjarige] ,
Op 3 juni van dit jaar schreef je mij een brief waarin je vroeg om de zorgregeling die je met je moeder hebt te veranderen. Volgens een uitspraak van de rechter ben je bij haar van donderdag tot maandag, twee weken achter elkaar. In de derde week ben je dan van donderdag tot vrijdag bij haar en dan vervolgens weer twee weken van donderdag tot maandag en zo verder.
We hebben elkaar gesproken op 25 juni 2024. Jij hebt in dat gesprek nog eens uitgelegd waarom je de regeling wilt veranderen. Je vertelde dat jouw mening over je moeder is veranderd. Vroeger was je loyaal aan haar en was je het vaak met haar eens. Maar nu je wat ouder bent heb je een eigen mening, en ben je het niet altijd met haar eens. Dat leidt wel eens tot conflicten met haar. Je voelt je niet altijd begrepen door haar. Je woont bij je vader in [geboorteplaats] en daar ga je ook naar school. Je moeder woont in [plaatsnaam 2] . Je ouders praten niet met elkaar. Dat vind je lastig. Verder heb je in [plaatsnaam 2] geen vrienden of activiteiten.
Ik heb met je ouders gesproken op de zitting van 24 september 2024. Ze hadden geen advocaten bij zich. Dat hoeft ook niet want ze konden goed uitleggen wat ze van je verzoek vinden. Je moeder maakt zich zorgen over jou omdat zij en je vader niet met elkaar praten. Zij ziet dat jij het daardoor zwaar hebt. Maar ze is het niet eens met de vermindering van de contacten met jou. Zij is bang dat ze je dan helemaal niet meer ziet. Zij wil graag dat de regeling blijft zoals hij is.
Je vader wil vooral dat je wat meer rust krijgt en niet zo veel hoeft te reizen naar [plaatsnaam 2] . Hij was er bij toen je de brief hebt getypt en gepost maar hij heeft duidelijk gemaakt dat het echt jouw eigen wens is.
Ik denk ook dat het jouw eigen wens is om de regeling te veranderen en dat je dat niet zegt om je vader een plezier te doen, maar omdat je voor je zelf opkomt. Ik heb in de oude dossiers gelezen dat er veel procedures zijn geweest over allerlei kwesties waarover je ouders het niet eens zijn geworden. Dat moet voor jou zwaar zijn geweest en dat is het nog steeds. Ik vind het in jouw belang dat je meer rust krijgt. Toch laat ik niet alle keus aan jou. Want de regeling wordt wel verminderd maar verdwijnt niet helemaal. Ik zal als regeling vaststellen dat jij eens in de drie weken bij je moeder bent van vrijdag uit school tot zondagavond. Dan ben je weer op tijd thuis om vanuit het huis van je vader op maandag naar school te gaan.
Ik neem deze beslissing omdat ik denk dat je je dan beter kunt concentreren op school. Het is niet erg dat je nu naar de mavo bent gegaan, maar het zou wel erg zijn als je geen diploma haalt. Misschien kan je na de mavo naar de havo, maar misschien kies je ook voor een mbo opleiding. Het belangrijkste is dat je je goed kunt concentreren op je school en dat je plezier hebt met je vriendinnen en vrienden. Dat lukt beter als je wat minder hoeft te reizen naar [plaatsnaam 2] en als je je niet gedwongen voelt om zo vaak bij je moeder te zijn. Natuurlijk kun je tussendoor, dus buiten die regeling, ook op andere momenten naar je moeder gaan. Ze heeft op de zitting gezegd dat je altijd welkom bent. Dat moet je dan wel van te voren met haar afspreken. Je vader is het daar mee eens. Hij heeft gezegd dat hij je dan niet zal tegenhouden en hij staat er achter dat je met je moeder contact hebt.
Over de vakanties hebben we niet gesproken. Je vraagt in je brief ook niet om die te veranderen. Die regeling blijft dus zoals hij is.
Beste [de minderjarige] , ik wens jou een goede toekomst toe, ik heb er alle vertrouwen in dat je je opleiding op school goed gaat afmaken. Dank je wel voor je openheid in het gesprek.
De kinderrechter.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van deze rechtbank d.d. 22 maart 2022– :
bepaalt dat de minderjarige:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ,
bij de moeder zal zijn:
- eens in de drie weken van vrijdag uit school tot zondagavond;
en verklaart deze regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Don, kinderrechter, bijgestaan door mr. H.S.S. Isfour als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 oktober 2024.