Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
veelheidaan handelingen wel degelijk een zodanige substantiële en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan (voorbereidingshandelingen ten aanzien van) de productie van amfetamine in de loods dat moet worden gesproken van medeplegen. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het standpunt van de verdediging dat [de verdachte] slechts een katvanger was en acht bewezen dat [de verdachte] zich als medepleger het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
hij op tijdstippen in de periode van l januari 2020 tot en met 8 maart 2020 te Hengelo tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 8 maart 2020 te Hengelo (telkens) tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken
enverwerken van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en te bevorderen
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De inbeslaggenomen voorwerpen
bijlage IIIaan dit vonnis is gehecht) onder 1 en 2 genoemde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9. De beslissing
VIERENTWINTIG (24) MAANDEN;