Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
- De identiteit, nationaliteit en herkomst;
- De algemene situatie in Somalië.
Rechtbank Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 18 oktober 2024, wordt de asielaanvraag van eiser, geboren in Saoedi-Arabië en van Somalische nationaliteit, behandeld. Eiser heeft op 14 december 2021 een asielaanvraag ingediend, die op 10 november 2022 door de minister van Asiel en Migratie is afgewezen. De minister heeft gesteld dat eiser zich in Mogadishu kan vestigen, ondanks het feit dat hij nooit in Somalië is geweest, de taal niet spreekt en geen sociale banden heeft in het land. Eiser vreest voor zijn veiligheid bij terugkeer naar Somalië, vooral vanwege de dreiging van Al-Shabaab.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser en de minister zorgvuldig afgewogen. Eiser heeft aangevoerd dat de algemene veiligheidssituatie in Mogadishu verslechterd is en dat hij, gezien zijn achtergrond en omstandigheden, niet in staat is om zich daar veilig te vestigen. De rechtbank concludeert dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom van eiser verwacht kan worden dat hij zich in Mogadishu vestigt, gezien het ontbreken van sociale netwerken en de slechte veiligheidssituatie. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verklaart het beroep gegrond.
De rechtbank geeft de minister de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. De termijn voor herstel is afhankelijk van het nader onderzoek dat de minister wil verrichten. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.