Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V-nummer], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Ugandese vrouw, haar asielaanvraag had ingediend in Nederland. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiseres stelde dat het overnameverzoek door Nederland te laat was ingediend, waardoor Nederland verantwoordelijk zou zijn voor haar asielaanvraag. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 oktober 2024, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de termijn voor het indienen van een overnameverzoek drie maanden bedraagt na de indiening van de asielaanvraag, tenzij er sprake is van een Eurodac-treffer. In dit geval was het overnameverzoek op 6 maart 2024 ingediend, wat binnen de termijn viel, aangezien de asielaanvraag op 11 december 2023 was geregistreerd. Eiseres voerde aan dat zij slachtoffer was van mensenhandel en dat haar gezondheid in gevaar zou komen bij overdracht aan Spanje, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat haar medische situatie aanzienlijk en onomkeerbaar zou verslechteren.
De rechtbank concludeerde dat de minister van Asiel en Migratie het beroep van eiseres terecht ongegrond had verklaard en dat er geen aanleiding was om de asielaanvraag aan zich te trekken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.