ECLI:NL:RBDHA:2024:16992

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
21 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/669535 / FA RK 24-5078
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en toewijzing eenhoofdig gezag aan de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 een beschikking gegeven over het gezamenlijk gezag van een minderjarige. De moeder heeft verzocht om beëindiging van het gezamenlijk gezag, omdat de communicatie met de vader volledig is verbroken. De vader is niet bereikbaar en heeft geen blijk gegeven van betrokkenheid in het leven van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden, aangezien de onderlinge verstandhouding tussen de ouders is verslechterd sinds de echtscheiding. De moeder heeft voldoende onderbouwd dat de vader niet in staat is om op een aanvaardbare wijze met haar te communiceren en dat hij geen interesse toont in het welzijn van de minderjarige. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder voortaan alleen het gezag over haar uitoefent. De rechtbank heeft het primaire verzoek van de moeder toegewezen en verklaard dat de beslissing uitvoerbaar is bij voorraad. Het subsidiaire verzoek van de moeder om toestemming voor verhuizing en inschrijving op school is niet beoordeeld, omdat het primaire verzoek al is toegewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-5078
Zaaknummer: C/09/669535
Datum beschikking: 1 oktober 2024

Gezag

Beschikking op het op 12 juli 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonend op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. E. Poppe te Middelburg.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,de vader

wonend op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • de twee F9-berichten van 23 augustus 2024, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
  • het F9-bericht van 29 augustus 2024, met bijlage, van de zijde van de moeder.
Op 3 september 2024 is de zaak op een zitting van de meervoudige kamer van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder bijgestaan door haar advocaat en E. Garcia namens de Raad voor de Kinderbescherming. De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Feiten

  • Partijen zijn gehuwd geweest van 1 mei 2014 tot 30 maart 2015.
  • Zij zijn de ouders van het volgende minderjarige kind:
  • [kind] woont bij de moeder.
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [kind] uit.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt ertoe:
  • Primairtot beëindiging van het gezamenlijk gezag, in die zin dat de moeder verzoekt haar
    voortaan te belasten met het eenhoofdig gezag
    over [kind] ;
  • Subsidiair1) vervangende toestemming te verlenen om met [kind] naar [plaats] te verhuizen
    en haar daar in te schrijven in het bevolkingsregister;
    2) vervangende toestemming te verlenen om [kind] in te schrijven op een
    basisschool in [plaats] ,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling

Primaire verzoek: beëindiging gezamenlijk gezag
Op grond van artikel 1:253n, in samenhang met artikel 1:251a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank na echtscheiding op verzoek van (één van) de ouders het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd. De rechtbank bepaalt vervolgens aan wie van de ouders voortaan het gezag over de minderjarige toekomt. De rechtbank kan bepalen dat het gezag over een minderjarige aan één ouder toekomt indien:
er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
wijziging van het gezag anderszins in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
Ontvankelijkheid: wijziging van omstandigheden
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een wijziging van omstandigheden op grond waarvan het gezag opnieuw dient te worden beoordeeld. Sinds de aanvang van het gezamenlijk gezag (het kortdurende huwelijk van partijen waarbinnen [kind] is geboren) is de onderlinge verstandhouding en het contact tussen partijen alleen maar verslechterd. De moeder is daarom ontvankelijk in haar verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
De moeder voert het volgende aan. [kind] woont bij de moeder en de moeder zorgt alleen voor haar. De vader is minimaal betrokken geweest in het leven van [kind] en heeft sinds de geboorte van [kind] feitelijk geen uitvoering gegeven aan zijn ouderlijk gezag. De afgelopen 9 jaar is er sporadisch en onregelmatig contact geweest tussen de vader en [kind] , wat altijd op initiatief van de moeder plaatsvond. [kind] heeft haar vader op dit moment voor het laatst gezien op haar kinderfeestje in februari 2024. Doordat de vader slechts sporadisch contact heeft met [kind] , kan hij niet afwegen wat in haar belang is. Ook heeft de vader meerdere keren laten weten niet geïnteresseerd te zijn in informatie over [kind] .
De moeder heeft tevens aangevoerd dat zij niet weet waar de vader momenteel verblijft en hij, voor zover haar bekend is, geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. Doordat de vader het telefoonnummer van de moeder heeft geblokkeerd en hij inmiddels ook zijn telefoonnummer(s) heeft veranderd, kan de moeder hem al maanden niet meer bereiken. De moeder kan als gevolg hiervan niet met de vader overleggen over gezagskwesties. Het gezamenlijk gezag heeft in het verleden ook al regelmatig tot problemen geleid, bijvoorbeeld bij de aanvraag van extra schoolbegeleiding/ bijles en de aanvraag van paardentherapie. Volgens de moeder is de vader daarnaast niet in staat om op een aanvaardbare wijze met haar te communiceren en uit hij zich richting de moeder vaak op gewelddadige wijze. Contact tussen de vader en de moeder in het verleden mondde volgens de moeder ook stelselmatig uit in hevige ruzies. De moeder voelt zich daarom onveilig bij ieder contact met de vader. De moeder verwacht ook niet dat de situatie tussen de ouders binnen afzienbare tijd zal verbeteren. Zij zijn immers al negen jaar uit elkaar en sinds de scheiding is de minimale communicatie tussen partijen moeizaam verlopen. Aangezien de vader al jaren niet of slecht bereikbaar is, lijkt het er volgens de moeder ook niet op dat hij zich wil inzetten om de situatie te verbeteren.
De moeder is nu voornemens om op korte termijn samen met [kind] naar [plaats] te verhuizen. Haar zus, zwager en de nichtjes van [kind] zijn een jaar geleden naar [plaats] verhuisd en de moeder en [kind] missen hun familie heel erg. Ter zitting heeft de moeder erop gewezen dat, anders dan in het verzoekschrift staat beschreven, zij géén partner heeft. Het is de moeder tot op heden niet gelukt om over de voorgenomen verhuizing met de vader te communiceren, om te kunnen afstemmen of hij hiervoor zijn toestemming wil verlenen.
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat het uitgangspunt van de wet is dat het gezag over een minderjarige gezamenlijk door de ouders wordt uitgeoefend. Voor gezamenlijk gezag is echter wel vereist dat de ouders in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over de minderjarige in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen. De rechtbank is van oordeel dat de moeder voldoende heeft onderbouwd dat partijen niet in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening. Er is al langere tijd geen enkele communicatie meer tussen partijen. De moeder weet ook niet waar de vader woont of hoe zij hem kan bereiken. Bovendien heeft de vader door zijn telefoonnummer(s) te wijzigen elke vorm van communicatie onmogelijk gemaakt. Daarnaast is er geen sprake van frequent en/of regelmatig contact tussen de vader en [kind] . [kind] heeft haar vader in februari van dit jaar voor het laatst gezien. Tenslotte geeft de vader er weinig blijk van daadwerkelijk te handelen in het belang van [kind] of betrokken te willen zijn in haar leven. De afwezigheid van de vader tijdens de zitting is in dat verband ook van betekenis.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wijziging van het gezag noodzakelijk in het belang van [kind] , zodat de moeder niet langer afhankelijk is van de vader voor het nemen van gezagsbeslissingen. De rechtbank zal het primaire verzoek van de moeder daarom toewijzen.
Omdat het primaire verzoek van de moeder omtrent het eenhoofdig gezag zal worden toegewezen, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van het subsidiaire verzoek van de moeder over de beoogde verhuizing van [kind] naar [plaats] en de inschrijving op school aldaar.

BeslissingDe rechtbank:

bepaalt dat voortaan alleen aan de moeder, [de moeder] , geboren op 26 november 1991 te Delft, het gezag zal toekomen over de minderjarige [kind] , geboren op [geboortedag] 2015 te Schiedam;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.L. Benink, mr. A.M. van der Vliet en
mr. T.M. Coppes, kinderrechters, bijgestaan door mr. M.G.J. Konings als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 oktober 2024.