Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
die betrekking heeft op de kwaliteit van de verleende zorg. Een suïcide kán dus een incident zijn, maar alleen wanneer de kwaliteit van de verleende zorg daarbij in het geding is. Een suïcide heeft wel altijd te gelden als een calamiteit, die een zorgverlener op grond van de Wkkgz bij de IGJ dient te melden. Een als calamiteit bij de IGJ gemelde suïcide is daarmee dus niet automatisch ook een incident in de zin van artikel 1 lid 1 Wkkgz. Door het JCZ en meer in het bijzonder het medisch behandelteam van [de zoon] is aan [eiser] geen mededeling gedaan van een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de aan [de zoon] verleende zorg. Dit erkent [eiser] in feite ook in randnummer 61 van zijn dagvaarding, nu daarin met zoveel woorden staat vermeld dat de familie [eiser] geen formele mededeling in de zin van artikel 10 Wkkgz heeft gekregen. Door [eiser] is niet gesteld en evenmin is anderszins gebleken dat door de desbetreffende twee agenten enig verband is gelegd tussen het overlijden van [de zoon] en de kwaliteit van de in het JCZ aan hem verleende zorg. Evenmin is door [eiser] aannemelijk gemaakt dat tijdens het gesprek op 5 februari 2024, dat op verzoek van [eiser] is belegd om bij de nabestaanden van [de zoon] levende vragen rond het overlijden te beantwoorden, door de directie van het JCZ of de aanwezige medisch behandelaren van [de zoon] enige mededeling is gedaan waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat de kwaliteit van de zorgverlening in het geding is geweest. Integendeel, het JCZ stelt zich juist op het standpunt dat de kwaliteit van de aan [de zoon] verleende zorg heeft voldaan aan de daaraan te stellen eisen.
nahet overlijden van [de zoon] niet gehandeld conform de daarvoor geldende richtlijnen en protocollen. Dit heeft echter volgens de CALOC geen invloed gehad op het overlijden zelf omdat [de zoon] op dat moment al was overleden. De tweede barrière die volgens de CALOC heeft gefaald is het in kaart brengen van de volledige problematiek van [de zoon] . Hoewel diagnostisering van de volledige problematiek van [de zoon] mogelijk tot andere interventies had kunnen leiden, was het naar het oordeel van de CALOC, gelet op de korte verblijfsduur van [de zoon] in het JCZ, niet reëel om te verlangen dat de volledige problematiek van [de zoon] ten tijde van zijn overlijden al volledig in kaart was gebracht. De CALOC constateert dat het medisch behandelteam van het JCZ de problematiek van [de zoon] zoveel als redelijkerwijs in het daarvoor beschikbare korte tijdsbestek mogelijk was in kaart heeft gebracht. Daarbij is volgens de CALOC het risico op suïcide meerdere keren zowel door individuele zorgprofessionals als multidisciplinair methodisch (onder meer aan de hand van het daarvoor bedoelde CASE-interview) ingeschat als niet verhoogd en is daarop navolgbaar beleid bepaald.