Uitspraak
1.De procedure
2.Standpunten van partijen
3.De beoordeling
Bevoegdheid
4.De beslissing
[verweerster] B.V.
in liquidatie, voornoemd, in staat van faillissement;
advocaat te Den Haag;
[verweerster] B.V. in liquidatiein te
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot faillietverklaring van OAK MANAGEMENT B.V. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. S.K. Tuithof, heeft aangevoerd dat er nog potentiële baten zijn die een faillietverklaring rechtvaardigen, ondanks dat de verweerster, OAK MANAGEMENT B.V., zich heeft laten ontbinden en geen bekende baten meer aanwezig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerster haar jaarrekeningen te laat heeft gedeponeerd, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de faillietverklaring. De rechtbank heeft de bevoegdheid om de insolventieprocedure te openen vastgesteld, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de verweerster in Nederland ligt.
De rechtbank heeft de argumenten van de verweerster, die stelde dat er geen belang is bij een faillissement, verworpen. De rechtbank oordeelde dat er summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van de verzoekster en dat de verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de stelling van de advocaat van de verweerster over de aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon als gevolmachtigde niet onderbouwd was en niet in lijn met de jurisprudentie stond.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring toegewezen en OAK MANAGEMENT B.V. in staat van faillissement verklaard. Mr. A.C.M. Höppener is benoemd tot rechter-commissaris en mr. U.R.A. Koeze is aangesteld als curator. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep in te stellen.