3.5.[naam,sub 1] c.s. vorderen – samengevat – dat de rechtbank voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair
voor recht verklaart dat de verbintenis tot nakoming van de overeenkomst is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding c.q. dat de rechtbank deze overeenkomst omzet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding;
MRD veroordeelt tot betaling van € 18.888,10, althans na verrekening een bedrag van€ 117,34, althans tot een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 oktober 2023 (datum verzuim), althans de datum van de eis in reconventie tot aan de dag van betaling;
MRD veroordeelt tot vergoeding van de expertisekosten van € 2.831,40, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 februari 2024 (datum betaling), althans de datum van de eis in reconventie tot aan de dag van betaling;
het gelegde conservatoire beslag opheft, althans MRD gebiedt het beslag te doen opheffen door de gerechtsdeurwaarder binnen drie dagen na de dag waarop dit vonnis wordt gewezen, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat MRD hiermee in gebreke blijft;
subsidiair, uitsluitend indien de rechtbank onverhoopt van oordeel zou zijn dat er geen sprake is van verzuim aan de zijde van MRD,
5. MRD veroordeelt om binnen twee maanden na dit vonnis de overeenkomst met [naam,sub 1] c.s. na te komen en (alsnog) zorg te dragen voor een deugdelijke oplevering van de werkzaamheden in de woning van [naam,sub 1] c.s., een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel van gedaagde niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 150.000,00;
6. MRD veroordeelt tot betaling van € 1.210,00, althans tot een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de eis in reconventie tot aan de dag van betaling;
7. MRD veroordeelt tot vergoeding van de expertisekosten van € 2.831,40, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 februari 2024 (datum betaling), althans de datum van de eis in reconventie tot aan de dag van betaling;
8. het gelegde conservatoire beslag opheft, althans MRD gebiedt het beslag te doen opheffen door de gerechtsdeurwaarder binnen drie dagen na de dag waarop dit vonnis wordt gewezen, dit op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat MRD hiermee in gebreke blijft;
9. MRD veroordeelt tot betaling van de kosten van deze procedure, waaronder begrepen een salaris voor de advocaat;
10. MRD veroordeelt tot betaling van de nakosten (krachtens artikel 237 lid 4 Rv), voor een bedrag van € 271,- dan wel, indien betekening plaatsvindt, van € 361,00 met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, MRD daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.