ECLI:NL:RBDHA:2024:16903
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing uitstel van vertrek uit Nederland op basis van medische situatie en nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om uitstel van vertrek uit Nederland vanwege haar medische situatie behandeld. Eiseres, geboren in 1962 en van Armeense afkomst, heeft een aanvraag ingediend op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. De minister van Asiel en Migratie heeft haar aanvraag afgewezen, omdat eiseres niet als staatloos wordt aangemerkt, maar als houder van de Armeense nationaliteit. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de medische zorg en medicatie in Armenië voor haar feitelijk niet toegankelijk zijn.
De rechtbank stelt vast dat de minister de afwijzing van de aanvraag terecht heeft gehandhaafd, omdat eiseres niet heeft aangetoond dat zij staatloos is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaruit blijkt dat eiseres als Armeens staatsburger wordt erkend. Eiseres heeft weliswaar aangevoerd dat zij vanwege haar etnische afkomst geen toegang heeft tot de benodigde medische zorg in Armenië, maar de rechtbank oordeelt dat de minister op basis van het BMA-advies heeft kunnen concluderen dat de noodzakelijke medische behandeling en medicatie in Armenië beschikbaar zijn.
De rechtbank komt tot de slotsom dat het beroep ongegrond is en dat de minister geen uitstel van vertrek hoefde te verlenen. Eiseres moet Nederland verlaten en krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door voorzieningenrechter E.E.M. van Abbe en is openbaar gemaakt op 15 oktober 2024.