Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig een besluit heeft genomen op zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en heeft het beroep gegrond verklaard. De rechtbank draagt de verweerder op om binnen acht weken na de verzending van de uitspraak een besluit te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden.
De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan eiser, tot een bedrag van € 437,50. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen, en heeft een redelijke termijn vastgesteld voor de verweerder om een beslissing te nemen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.