Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
procederend in persoon,
gedaagde in de hoofdzaak,
gemachtigden: mrs. P.P.M. van Kippersluis en P.J. Mauser.
1.Procedure
2.Het geschil
3.Beoordeling
waaromhij de adviezen wenst in te zien. Die vraag betreft echter een wezenlijk andere vraag dan de juridische vraag die in dit incident moet worden beantwoord, namelijk
op grond waarvan[eiser] recht heeft op afschriften van de adviezen.
attorney-client privilegeen (daarmee) onder het professionele verschoningsrecht. Het betreft immers advies dat door de landsadvocaat aan de Staat is verstrekt in het kader van de uitoefening van het vertrouwensberoep. De kantonrechter is het dan ook met de Staat eens dat de Staat niet zonder meer kan worden verplicht om aan [eiser] een afschrift te verstrekken van die adviezen. Zou dit namelijk anders zijn, dan zou het professionele verschoningsrecht van in dit geval de landsadvocaat op een te eenvoudige wijze omzeild kunnen worden. Dit leidt de kantonrechter dan ook tot het oordeel dat ook indien [eiser] een beroep had gedaan op artikel 843a Rv er sprake zou zijn geweest van gewichtige redenen ex artikel 843a lid 4 Rv, die eraan in de weg had gestaan om de vordering tot afgifte toe te wijzen.