Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 januari 2024, met de producties 1-31;
- de conclusie van antwoord, met de producties 1-19;
- het tussenvonnis van 22 mei 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de brief van 23 augustus 2024 aan de zijde van Meesterwerk, met de producties 32-34.
2.De feiten
juist en tijdigin de cliëntdossiers zijn opgenomen, met uitzondering van een enkel geval waarbij is geconstateerd dat er geen evaluatie is opgemaakt.
geheel aanwezigzijn als het gaat om verblijfszorg en
deels aanwezigzijn als het gaat om de dagbesteding. Verder is vermeld dat de zorgregistraties voor wat betreft begeleiding met betrekking tot verblijfszorg
helder en toereikendomschreven zijn. Zorgregistraties voor wat betreft dagactiviteiten schieten tekort, omdat in de ene helft van de onderzochte dossiers het aantal gedeclareerde uren aan dagbesteding niet overeenkomt met gemaakte afspraken zoals vastgelegd in bijvoorbeeld zorgplannen en in de andere helft van de onderzochte dossiers zorgregistraties voor wat betreft dagbesteding ontbreken.
alle declaratiesals onrechtmatig kunnen worden bestempeld, immers een deugdelijke administratie is de grondslag voor een rechtmatige declaratie. Echter, in alle redelijkheid heb ik er voor gekozen en ingespannen - zonder hiertoe verplicht te zijn en éénmalig - om alsnog op andere wijze na te gaan in welke mate de in rekening gebrachte prestaties al dan niet rechtmatig zijn. Op basis van de wel beschikbare gegevens heb ik een rondrekening opgesteld. Deze rondrekening heb ik gehanteerd om te beoordelen of de gedeclareerde zorg ook daadwerkelijk geleverd had kunnen worden. De rondrekening is tot stand gekomen op basis van een beoordeling van onder meer de personeelsformatie, een berekening van de netto inzetbaarheid van het ingezet zorgpersoneel en de NZa-normen. Uit deze rondrekening is naar voren gekomen dat een deel van de gedeclareerde uren niet geleverd had kunnen worden in lijn de NZa-normen en gemaakte afspraken met Forzo/JJI, Dit deel is als onrechtmatig bestempeld. Zie voor meer toelichting omtrent de berekening en de onrechtmatigheid ook de toelichting in bijlage 2 en de terugvordering hierna.
De rondrekening is opgesteld op basis van deze uitgangspunten. Hieruit komt naar voren dat op basis van ingezette personeelsformatie ten behoeve van de forensische zorg te weinig uren zijn ingezet om de gedeclareerde uren met betrekking tot de dagactiviteiten volledig te rechtvaardigen. Bovendien is middels deelwaarnemingen op de zorgregistraties vastgesteld dat zorgregistraties met betrekking tot de dagbesteding tekortschieten en dat sprake is van inconsistenties in de onderbouwende documenten in relatie tot hetgeen wat gedeclareerd is. De uitbetaalde declaraties zijn derhalve deels onrechtmatig, hetgeen leidt tot terugvordering.
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor de volledigheid nog maar eens naar productie 17”. Productie 17 omvat 26 pagina’s aan mailwisselingen tussen DJI en Meesterwerk. DJI citeert vervolgens uit productie 17 onder meer dat DJI alleen kijkt naar justitiabelen en niet naar Wlz-cliënten, omdat die voor dagbesteding al afzonderlijk worden gefinancierd.
Om toch tot een wellicht getrouwer beeld te komen, hebben wij (uit coulance) een methodiek bedacht waarin wij de gemiddelde groepsgrootte anders benaderen. Hierbij kijken wij naar het relatieve aandeel waarin justitiabelen ten opzichte van alle cliënten en justitiabelen dagbesteding hebben genoten. Op basis van dit relatieve aandeel berekenen wij de inzet van de begeleiders DB. In het komende overleg zullen wij deze berekeningsmethodiek nader toelichten.’ In de conclusie van antwoord of elders in de stukken is die berekeningsmethodiek niet toegelicht en is daarin geen inzicht verschaft.
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)