ECLI:NL:RBDHA:2024:16824
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 1 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 19 april 2023 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had op 19 april 2023 een asielaanvraag ingediend, waarvoor de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 19 oktober 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is de beslistermijn met negen maanden verlengd, waardoor deze pas op 19 juli 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en dat op het moment van de ingebrekestelling op 17 juli 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.