ECLI:NL:RBDHA:2024:16822
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 29 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 10 april 2023 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had de ingebrekestelling op 10 juli 2024 ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden was verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor deze pas op 10 juli 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken. Hierdoor is de ingebrekestelling te vroeg ingediend, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.