ECLI:NL:RBDHA:2024:16750
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 2 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. de Vries, en de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. R.A. Mandersloot. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de minister op 26 juli 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 september 2024 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen. In een andere uitspraak, met zaaknummer NL24.30390, heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.