ECLI:NL:RBDHA:2024:16750

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.30391
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 2 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. de Vries, en de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. R.A. Mandersloot. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de minister op 26 juli 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 september 2024 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen. In een andere uitspraak, met zaaknummer NL24.30390, heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.30391
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
en
de minister van Asiel en Migratie, de minister (gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Procesverloop

Bij besluit van 26 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.30390, op
25 september 2024 op zitting behandeld. Partijen zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.30390, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
zaaknummer: NL24.30391
2

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
02 oktober 2024
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.