ECLI:NL:RBDHA:2024:16741

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.31325
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen de Minister van Asiel en Migratie en de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.A. Limonard, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker, van Myanmarese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister op 8 augustus 2024 niet-ontvankelijk verklaard, waarop de verzoeker beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 oktober 2024 behandeld, maar de verzoeker was niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R.A. Mandersloot. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.31324, behandeld, waarin de rechtbank al uitspraak had gedaan op het beroep van de verzoeker. Aangezien er in die zaak al een beslissing was genomen, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen, en is openbaar gemaakt op 7 oktober 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.31325
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Procesverloop

Bij besluit van 8 augustus 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.31324, op
1 oktober 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Myanmarese nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1958.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.31324, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 oktober 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.